Karin werd gegijzeld door haar man.

 

 

 

‘Ik had al eerder alle moed verzameld en mijn biezen gepakt, maar was daarna weer met hangende pootjes teruggegaan naar mijn man. Dat was niet om hem, maar om mijn kinderen. Mijn man is een tiran. Niet in staat om een gesprek te voeren, geen greintje empathie en ronduit wraakzuchtig. Ik kon niet meer verder met hem na bijna twintig jaar huwelijk en drie kinderen. Ik voelde me uitgehold en was uitgewoond. Op een dag kon ik mijn bed letterlijk niet meer uitkomen. Mijn moeder moest komen om bij te springen. En hoewel zij heel degelijk en diepgelovig van hart is en het woord echtscheiding niet snel in de mond zou nemen, zei ze nu dat het beter was dat ik van hem af ging.

 

Ze hielp mij om een huisje te vinden op een recreatiepark. Het was niet veel in vergelijking met de kast waar ik in woonde, maar ik was er de koning te rijk. Mijn kinderen wilden er niets van weten maar ik zei tegen mezelf dat ze wel bij zouden draaien. Alleen deden ze dat niet. Mijn twee zonen hielden de boot beleefd af. Mijn jongste, de dochter van twaalf, ageerde heftig. Als een echte puber betaamt, zei mijn moeder, maar het brak toch mijn hart.

 

Drie maanden had ik mijn kinderen niet gezien. Toen hield ik het niet meer en ging ik terug naar ‘huis’ wat allesbehalve als mijn thuis voelde. Ik probeerde het, maar het was geen doen. De tiran had een tandje bijgezet en was een monster geworden, vooral in de slaapkamer. Ik nam mijn kinderen apart en probeerde ze duidelijk te maken dat dit zo geen doen meer was en dat ik terugging naar mijn huisje buiten, maar nu voorgoed. Mijn dochter ontstak in woede en zei dat ze me dan nooit meer wilde zien. Mijn zonen namen het anders op en zeiden dat ze het heus wel gezien hadden. En gehoord. En dat ze me groot gelijk gaven.

 

‘We houden toch wel van je mamma,’ zeiden ze, ‘waar je ook woont en met wie je ook bent.’

 

Ik heb daarna gehuild totdat ik geen tranen meer over had en heb toen mijn koffers gepakt. Voorgoed. Want de scheiding heb ik ook aangevraagd. Terug in het huisje, dat ik op aanraden van mijn moeder had aangehouden, had ik wel een gevoel van thuiskomen. Mijn zonen zijn inmiddels langs geweest. Eerst wat onwennig, samen op de bank waar ze amper op passen met hun lange lijf, maar ook dierbaar en in de wetenschap dat we elkaar hebben en elkaar nooit meer zullen verliezen. Mijn dochter houdt nog steeds de boot af. Ik mis haar verschrikkelijk, maar hou mezelf staande met de gedachte dat zij ook heus wel een keer overstag gaat. Ik ben er altijd voor haar geweest en heb altijd zielsveel van haar gehouden, dus ik zou niet weten waarom niet.’

 

Karins naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.