‘ Sterkte hè, je eerste kerst zonder moeder. Zal niet makkelijk zijn voor je’. Een van de vele lieve wensen die ik vorig jaar kreeg tegen de kerst. Nou. Laat ik maar heel eerlijk wezen. Het ‘ik-mis-mijn-moeder-gevoel’ heeft helemaal niets met kerst te maken. Ik mis haar op de gekste momenten. Tegelijkertijd draag ik haar ook altijd mee, omdat ik gewoon meer en meer op haar begin te lijken. Begon me een paar jaar geleden al op te vallen. De manier waarop ik dingen doe, de afwas uitruim, de spullen inpak voor een vakantie, de boel op stelten zet, in plaats van me een keer te gedragen. Pertinent ‘weiger’ langer dan een kwartier serieus te zijn. Het is maar al te duidelijk waar dat vandaan komt. En het is sterker dan mezelf. Dus, nee… het heeft niets met kerst te maken en ik heb nergens last van in december. Heus niet.
Hier kom ik dus nooit meer achter
Tot gisteren. Er stond al de hele tijd een kerstboompje klaar voor in mijn werkkamer boven. De doos met kerstspullen van mijn moeder stond er vlakbij. Dus ik dacht ineens: laat ik die dingen nou in dit boompje hangen, anders blijven ze maar in die doos zitten en ik moest ze zo nodig hebben, dus dan moeten ze wel mee kunnen doen met kerst. Enfin, je begrijpt het al. Tranen biggelden over m’n wangen bij het ophangen van elk dingetje dat ik mijn moeder vroeger in de boom zag hangen. Het besuikerde dennenappeltje, het lantaarntje, de witte watten ijspegels en de rode klok met kerstman erop. Ineens had ik een slinger met pastelgekleurde balletjes in mijn handen, die hing ik er ook in en toen hield het gebiggel op. Hè? Die slinger heb ik volgens mij nooit in de boom gezien bij ons thuis. Waarschijnlijk altijd in die doos gezeten, omdat ie van m’n oma was geweest. Misschien kon m’n moeder die al niet ophangen omdat zíj anders last van tranen kreeg? Of vond ze hem gewoon altijd te lelijk.
Kom ik dus nooit meer achter…