Mag er nog gelachen worden?
Helemaal ongepast in een tijd als deze hè?
Van mijn kunstacademietijd kan ik me van alles herinneren, vooral dat er veel gelachen werd. Heerlijk. Maar als het werk van ex-kunstacademiestudenten in musea belandt is het lachen afgelopen. Ineens is het serious business geworden. Er schijnt een ongeschreven wet te bestaan dat er in musea niet gelachen dient te worden.
Vorige week was ik in het Kunstmuseum in Den Haag bij de Balenciaga-expositie en thuis in m’n ‘nabeschouwing’ viel me iets op. Ik had niemand zien of horen lachen en iedereen fluisterde. Lijkt wel een sterrenrestaurant, waar ook iedereen heel zacht praat. Nou hoeft het voor mij geen bulderende herriekeet te worden, begrijp me goed, maar in een restaurant hoor ik graag gezellig gekeuvel en gelach. Gerammel met pannen en borden mag er eventueel ook nog bij. Maar bij kunst en sterren-eten schijn je te moeten fluisteren en de boel serieus te moeten bekijken en beoordelen. Liefst met je neus erbovenop. Niks genieten. Tenzij in stilte.
Waar wij in onze academietijd weleens met onze neus bovenop stonden waren de kunstwerken van onze vriend Teun Hocks. We mochten zijn atelier toen als tafeltennisruimte gebruiken en gingen later voor de grap bij zijn exposities kijken of we nog afdrukken van onze pingpongballetjes in z’n schilderijen konden vinden. Niet natuurlijk. En zo vaak raakten we ze ook niet, we konden best goed mikken namelijk. Wil je zijn werk zien? Moet je even hier klikken. Niet alleen prachtig, maar ook om vrolijk van te worden. Er wordt dan ook vaak gelachen bij zijn exposities.
Het meeste gelach en rumoer was een paar jaar geleden in Museum Voorlinden bij deze muis met haar (volgens mij was het een vrouwtjesmuis) uitgebreide statement. Sowieso een aanrader, Voorlinden. Die hebben het begrepen. Eindelijk een museum waar je hoort dat er mensen zijn.
Lachen dus. Niet vergeten. Want lachen is gezond. Drs P zei het ook al:
Liefs van Franska