Lopen uit liefde
De week voordat ik mijn lief had leren kennen, had hij de marathon van Berlijn gelopen, samen met zijn zus en twee broers.
Het was een duidelijke introductie tot zijn familie, die nogal marathon-minded bleek. Ook zijn ooms en neven waren fervent hardlopers. Als sporthater was ik in een nogal atypische omgeving terechtgekomen, dat was duidelijk, al besloot ik me daar lekker niks van aan te trekken. Demonstratief bleef ik mijn weerzin tegen die uitsloverij nog een aantal jaar koesteren.
Maar waar je mee omgaat, raak je mee besmet. Niet dat ik ooit heb gedroomd om zulke achterlijke afstanden te hollen als mijn echtgenoot en zijn familie, maar bescheiden rondjes hardlopen bleken na de geboorte van mijn laatste kind een prima middel om snel en efficiënt conditie en gewicht te onderhouden.
Het marathonvirus is inmiddels wel op mijn twee grote zonen overgeslagen. Samen met hun vader zullen ze dit voorjaar die van Parijs gaan lopen en mijn dochter en ik zullen dan niet te belabberd zijn om langs de kant te staan joelen en juichen. Zelf nam ik me voor om na het debacle van de Dam tot Dam afgelopen september, waartoe ik door man en zonen was overgehaald en waar ik eerder een stukje over tikte, nooit meer dan 10 kilometer te rennen. Mijn vijftigplusknieën blijken dat meer dan genoeg te vinden.
Nu ben ik, als het om familieaangelegenheden gaat, helaas met een rotstrootje te trekken. Dus voor ik het wist had ik toch weer ja gezegd tegen een iets straffere uitdaging.
Samen met mijn oudste zoon, man en zijn neven zouden we De Ronde Venen marathon lopen, een estafette waarbij je in duo’s loopt en fietst. Het idee is dat ieder 21 kilometer rent en 21 kilometer fietst, waarbij je om de zoveel kilometer wisselt. Als mascotte van het stel zou ik met mijn zoon een onevenwichtiger duo vormen, waarbij ik 12 kilometer zou rennen en er 30 op m’n stadsfiets zou afleggen en mijn kind de omgekeerde versie op zich zou nemen.
De Ronde Venen Loop heeft een prachtig parcours door oer-Hollands polderlandschap, waarbij je zelfs een stukje door de kassen en de koeienstallen geleid wordt. Maar de allergrootste magneet om mee te doen was het achterliggende verhaal.
Een van de neven van mijn man was de initiator van deze familiehappening. Zijn broer – iemand die de lastigere kanten van het leven altijd had proberen te compenseren met een runners high – was een bloedfanatieke loper geweest. De Ronde Venen was zijn lievelings. Drie jaar geleden was hij overleden; hij was nog maar 52 jaar. Sinds zijn dood had zijn broer steeds mijn man en andere neven opgetrommeld om hem op gepaste wijze te herdenken door in zijn naam aan dit evenement mee te doen. Samen met mijn oudste zoon mocht ik dit jaar aansluiten. Onderweg in de auto checkte ik nog eens de laatste appjes in de groep en zag toen pas de profielfoto van onze leider. Het was een beeld van vier jaar geleden, waarop hij hand in hand met zijn broer over de finish ging. Niets kon het verdriet om zijn afwezigheid treffender symboliseren. Met rode ogen en een lastig weg te slikken brok in mijn keel sloot ik aan bij de sportieve neven.
Vier uur later kwamen we als groep van acht tegelijk over de finish waar we met bloemen en applaus werden onthaald door nog meer familie. Daarna dronken we een borrel op hem die zo gemist wordt.
Ik prijs me dagelijks gelukkig dat ik bijna een kwart eeuw geleden zo’n fijne man heb leren kennen. Dat ik die sportieve, hechte familie er gratis bij kreeg, beschouw ik inmiddels als een dierbare bonus.