Linda’s ene zoon is anders dan haar andere kinderen

 

 
‘Achteraf vervult het me met schaamte hoe ik daar altijd mee omging.’

 

‘Wij hebben een zoon die moeilijk leert en ook op sociaal gebied niet makkelijk mee kan komen. Toen hij klein was is er weleens het etiket ‘autisme’ op geplakt, maar toen hij wat ouder was trof ik ook een keer een psycholoog die dit wegwimpelde en zei dat er nu eenmaal kinderen zijn die wat meer tijd nodig hebben voor alles. Hij leerde namelijk gewoon lezen en schrijven en rekenen, onze jongen. En over de Eerste Wereldoorlog weet hij elk detail en elk feitje moeiteloos op te lepelen.

 

Voor de basisschool moest hij keihard knokken en een klas deed hij dubbel, maar hij redde het wel. Daarna ging hij naar het vmbo-t om elektrotechniek te studeren en ook daarover deed hij langer dan ervoor staat. Maar inmiddels is hij monteur, heeft een baan en is zich nu aan het oriënteren om op zichzelf te gaan wonen. ‘Kom je me wel helpen, mam, als ik het niet meer weet? En mag ik nog wel gewoon vaak thuis komen eten?’

 

Bij onze andere zonen stak hij altijd maar magertjes af, ons zorgenkind, en daar heb ik me heel vaak heel erg druk om gemaakt. Want wat moest er later van hem terechtkomen als hij geen goede opleiding zou kunnen volgen? En met welk meisje zou hij ooit thuiskomen als er niet meer inzat dat dit? Dat ik me zorgen maakte – en soms nog -, dat neem ik mezelf niet kwalijk. Maar dat ik me ook weleens voor hem geneer, dat neem ik mezelf wél heel erg kwalijk. Als hij te hard praat in gezelschap of een vraag stelt waar iedereen het antwoord op weet, dan ga ik me verontschuldigen of uitleggen hoe het zit. En als iemand me iets over mijn kinderen vraagt, vertel ik veel te vaak en veel te omstandig over ‘ons zorgenkind’.

 

Laatst werd ik hierop gewezen door een vriendin. ‘Je kan je eigen kind toch wel steunen?’ zei ze. ‘En hem zelfvertrouwen geven in plaats van hem naar beneden te halen?’ Ik dook eerst in de verdediging en probeerde mijn gedrag voor mezelf te rechtvaardigen. Pas toen mijn man zei dat het nog veel en veel erger kan en dat er ook ouders zijn die moeten beslissen om een kind uit huis te plaatsen – en hoe verdrietig en moeilijk dat wel niet moet zijn, werd ik er beter in om de knop om te zetten. Des te meer ik nu nadenk over hoe ik er eerst mee omging en wat zijn gedrag met me deed, des te meer schaamte en schuld voel ik daarover.’ 

 

Linda’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.