Let op deze namaak QR-codes bij betaald parkeren

 

Hier zijn namaakstickers gevonden die jouw geld naar criminelen doorsluizen.

 

 

Sinds de coronaperiode heb ik het betalen met mijn telefoon omarmd. Ik houd m’n mobieltje tegen een apparaatje en klaar is Kees. Ook vind ik mezelf inmiddels heel handig met het scannen van QR-codes. Je weet wel, zo’n zwart-wit vakje met van die friemeltjes erin, een geavanceerde barcode die je automatisch leidt naar bijvoorbeeld een website. Ik gebruik het ook vaak als ik parkeer. Ik hoef dan alleen maar met de app van bijvoorbeeld ParkBee of EasyPark deze code te scannen, waarna ik word doorgestuurd naar de website van een parkeerdienst. Supersimpel: even scannen en floep, ik heb betaald.

 

En juist dat hebben criminelen ook in de gaten. Volgens RTL Nieuws is dit een nieuwe manier om geld los te peuteren bij mensen die van deze parkeerapps gebruikmaken. Criminelen plakken stickers met een valse QR-code op parkeerautomaten en leiden je daarmee rechtstreeks naar een nepsite die niet van echt te onderscheiden is. Vervolgens word je om je bank- of creditcardgegevens gevraagd, en weg is je geld.

 

 

Er zijn inmiddels op verschillende plaatsen in ons land van die nepstickers gevonden. Zo zijn ze al gesignaleerd in Maastricht, Sittard en Amsterdam. En niet alleen in parkeergarages duiken ze op, ook op een paar betaalpalen op straat zijn ze gezien.

 

Omdat je pas achteraf doorhebt dat je slachtoffer bent van oplichting, is het volgens de politie beter om zelf vooraf een periode in de app te reserveren en te betalen. Of er zit niets anders op dan weer aan te sluiten in de rij voor de parkeerautomaat en daar af te rekenen.

 

Zoo stom dit. Ik vond mezelf net zo lekker digitaal bezig.

 

 

 

 

Door: Irene Smit

Irene is redacteur bij Franska.nl. Met haar man, twee pubers en een teckel woont ze in Haarlem. Ze zou graag willen zingen als Ella Fitzgerald en koken als Nigella Lawson. Tot het zover is, blijft ze lekker schrijven over allerlei zaken die haar verbazen.

Afbeelding van Irene Smit