Kritiek op je kind is onverdraaglijk
Een van de brandjes die dit weekend over de social-mediakanalen woedde, was aangestoken door columnist Eva Hoeke.
In haar wekelijkse column voor Volkskrant Magazine was ze van leer getrokken tegen ouders die uit luiigheid of vanuit het misplaatste idee dat het zielig is je kind af en toe nee te verkopen, verzuimen het kroost op te voeden.
Ouders kweken op die manier kinderen die (ik citeer) ‘drenzen, die hun aangevreten kadet laten liggen maar wel iets anders willen (en krijgen!), die vanaf de moedersschoot eerst een half uur vijandig om zich heen zitten kijken, die geen antwoord geven als je ze iets vraagt, die ongevraagd naar boven lopen, kasten opentrekken, naar koek zoeken, die jengelen dat ze naar huis willen, die jengelen dat ze niét naar huis willen, die pleisters eisen op onzichtbare wonden, die vallen en vervolgens zo huilen dat iedereen in de wijde omtrek hoort dat het aanstellerij is, behalve pa en moe’.
Ik herkende me meteen in Eva’s ergernis. Ook ik verbeet me als ik dienst had in de hockeypoule en er kinderen waren die door mij keurig voor hun huis werden afgezet maar de deur achter zich dicht sloegen met slechts een ‘doei’. Bedankt voor het rijden Esther/moeder van/mevrouw, kon er niet vanaf.
Ook ik ergerde me aan kinderen die kwamen spelen en bij binnenkomst hun jas in de gang smeten. Die nergens alsjeblieft of dankjewel aan vastplakten. Die aan mijn tafel zaten maar weigerden een hap te eten omdat ze zowel de pompoensoep als de lasagne als de salade ‘vies’ vonden. Nog meer ergerde ik me aan hun ouders, die dan vroegen of ik niet een boterham voor hun moeilijke eter had.
Niet iedereen herkende zich in Eva’s wrevel. Ik zag talloze reacties van hevig ontstemde moeders, ja het waren eigenlijk alleen vrouwen, die zich overduidelijk tot in het diepst van hun ziel gekrenkt voelden. Veelal moeders van kinderen met adhd of iets in het autistisch spectrum. Moeders van kinderen die niet zo makkelijk te corrigeren zijn. Die grotere zorgen met zich meebrengen dan de schaamte die ontstaat als het zich in de supermarkt krijsend ter aarde stort omdat het zijn chocolademuffin niet krijgt. Kinderen bij wie je aan de buitenkant niet ziet dat er meer aan de hand is, die meer nodig hebben dan scherp aangegeven grenzen.
Over dat soort situaties had Eva het in mijn ogen niet, ze baseerde zich niet op (onbegrepen) eerste indrukken en niet op supermarktscènes. Voor mij was het kristalhelder dat ze in geen geval aan dit soort overgevoelige kinderen en hun soms radeloze ouders reflecteerde. Maar in hun vlaag van woede hadden deze op de kast gejaagde moeders de column maar door één bril kunnen lezen, die van bekritiseerde, veroordeelde ouder.
Er is weinig dat ons zo kan raken als kritiek op onze kinderen, zoveel was maar weer duidelijk. Meningen over de manier waarop jij je bloedjes opvoedt zijn onverdraaglijk. Het is maar de vraag of je je kinderen er uiteindelijk mee dient als je ze nooit tot de orde roept. Of ze een beter mens worden als je ze nooit corrigeert.
Mijn 16-jarige zoon had ooit met een groep leeftijdgenoten een belachelijk duur vakantiehuis gehuurd (zelf bij elkaar verdiend, dat wel) op zo’n plek waar wel meer verwende pubers de grenzen van hun vrijheid willen beproeven. De huur was via onze creditcard tot stand gekomen en dus werden wij door de woedende huiseigenaar gebeld toen achteraf bleek dat het huis niet in de afgesproken staat was achtergelaten. Op de groeps-app waar deze jongens maar ook hun ouders deel van uitmaakten, deed ik verslag van het gesprek met de furieuze eigenaar die nu weigerde de borg terug te betalen. Er waren wat jongens die meteen in verweer gingen. Maar tot mijn stomme verbazing werden deze alles-ontkennende gastjes onmiddellijk gesteund door hun ouders. Niet het onbehouwen gedrag van onze jongens was het probleem maar de integriteit van de huurbaas, ‘die vast een slaatje wilde slaan uit deze onwetende kinderen’. Zonder dat ze zelf ook maar een woord met de huurbaas hadden gewisseld werd zijn verhaal terzijde geschoven, twijfelen aan het goeie gedrag van hun snotaap kwam niet in ze op. Ik was perplex en pissig bovendien maar het weerhield me er niet van mijn eigen zoon te sommeren de zaak onmiddellijk en vanuit nederigheid met de man op te lossen.
Onvoorwaardelijke liefde en kritische feedback kunnen wat mij betreft heel goed samengaan. Sterker nog, duidelijk zijn, nee zeggen, een stevige discussie aangaan doe je vanuit liefde voor je kind, zo zie ik het in ieder geval.
Maar het blijft interessant, waarom het zo’n pijnlijk en heikel punt is, waarom we niets mogen zeggen over onbeschoft gedrag van andermans kinderen. Een kritische noot over je kind is een directe aanval op jouzelf, een pijnlijke afwijzing. Dat weet ook degene die die kritische noot kraakt, die kent dezelfde gevoeligheid. Ga er daarom maar vanuit dat het uiteindelijk best bedoeld is. Van wrijving komt tenslotte glans, weet u nog?