Kitschboel
Ik kijk altijd graag naar Tussen Kunst & Kitsch.
Geen geweld, geen seks, geen intriges, geschreeuw, gemanipuleer, keuzestress, baanverlies, geldgebrek of ander gedoe. Want welke film of serie je tegenwoordig ook kijkt: het zit er allemaal in. En niet één ding gaat verkeerd, maar álles gaat verkeerd. Niet één potentiële lover komt op iemands pad, maar natuurlijk weer twee tegelijk nadat de hoofdrolspeler jarenlang alleen is geweest. Bovendien worden stoere binken nooit één keer beschoten, maar zestien keer van alle kanten. En het is een wonder dat ze het dan overleven, terwijl de tegenstander in een keer wordt omgelegd. Ik word daar doodmoe van en kan me er niet meer mee vermaken.
Maar bij Tussen Kunst & Kitsch is dat anders. Er wordt een item tegelijk behandeld. Er wordt rustig gesproken, niet gemanipuleerd en er heerst niet een constante spanning. Hooguit is het een beetje spannend wat zo’n item nou waard is, maar dat is dan weer niet spannend voor mij, want ik lijd er geen winst of verlies door. Ik hoef eigenlijk alleen maar te genieten van de koppies na het noemen van het bedrag. Soms valt het mee, en dan zijn de mensen reuze enthousiast. En soms valt het tegen, en dan is het heel even stil en vervolgens roepen ze allemaal dat ze het toch al niet wilden verkopen.
Je merkt altijd dat mensen zich dan een beetje generen. En waarom? Ik heb als kijker geen idee welk bedrag ze in hun hoofd hadden, maar je merkt dat veel mensen binnenkomen met het idee dat ze aan die lange tafel terecht gaan komen en dan een megabedrag te horen gaan krijgen. Dat ze in de teaser van het programma terecht gaan komen, en ook nog in de krant. ‘Megavondst bij Tussen Kunst & Kitsch! Vanavond op NPO 1.’
En als dat bedrag dan nogal tegenvalt, zijn ze blijkbaar toch een beetje teleurgesteld. In zichzelf, omdat ze het fout hadden ingeschat, maar ook in de expert die het (te) lage bedrag noemde. En ik vind dat zo grappig om te zien. Het zit gewoon in de mens om altijd meer te willen.
Maar ik smul ook van de verhalen met duiding van de archeologische opgravingen en de romantische verhalen over kasteelmannen en -vrouwen die zichzelf hebben laten vastleggen op grote doeken voor in de toenmalige eetsalon van het kasteel. En vooral van de zaken waarvan je van tevoren nooit had kunnen bedenken waar ze voor dienden.
Een gebruiksvoorwerp voor in de keuken blijkt dan een sieraad te zijn geweest, of andersom. Dan denk ik ook: wat een prachtige broche, en dan is het een deurknop van een abattoir geweest of zoiets geks.
Maar soms, heel soms, denk ik weleens: zou dat verhaal nou echt kloppen?
Zo was er laatst iemand met een schilderij waarvan niet kon worden bepaald wie de schilder was. Maar wat wél kon worden bepaald was dat het oud was. Héél oud. En waarom? Niet omdat de verf oud was, of het doek, of de lijst. Maar omdat de jurk die de mevrouw op de afbeelding droeg aan de voorkant op een bepaalde manier was dichtgeknoopt. Dat soort decolletés droegen vrouwen in een bepaalde eeuw en dat was heel lang geleden. En daaruit kon de expert opmaken hoe oud het schilderij was.
En dan ga ik dus toch twijfelen.
Want wat nou als het bijvoorbeeld een actrice of operazangeres was die zich heeft laten vastleggen in het kostuum waarmee ze ’s avonds op het podium stond? Kan toch? En dan zit je er toch flink naast met dat soort inzichten.
En hoe ze dat later gaan doen met al die AI-bende die nu verschijnt weet ik ook niet. Ik zou over een paar eeuwen best eens willen kijken bij Tussen Kunst & Kitsch.
Want ik denk dat alles in de wereld dan volkomen waardeloos is geworden.