Juist depressievelingen verdienen een gala
Sommige mensen vinden het raar. Een depressiegala, dat slaat toch nergens op? Een gala is iets feestelijks en als iets geen feest is dan is het dat wat het grote zwarte beest genoemd wordt, de somberte die plotseling zijn klauwen in mensen kan zetten die er gevoelig voor zijn. Een enorm dier kan het wezen dat zijn slachtoffers mee zijn duistere hol in sleurt, ze net zo lang bijt en krabt tot ze geen vreugde meer kennen, soms zelfs niet meer willen leven. Dat beest gaan ze straks in de Stadsschouwburg op een schild hijsen?
Ja, dat gaan ze. En ook ik zal tijdens het Depressiegala op 16 januari iets vertellen. Ik ken het beest maar al te goed. Het bespringt mijn moeder die een bipolaire stoornis heeft meermalen per jaar. Ik sta erbij en kijk ernaar. Ik zie de wanhoop, de tranen, het wegvloeien van elke vorm van levenslust. En nee, dat is inderdaad geen reden om een feestmuts op te zetten.
Niemand wil anders zijn dan normaal
We hebben het lang geprobeerd te verbloemen, mijn moeder zelf nog het hardst. Niemand wil anders zijn dan normaal. Nee hoor, kop op, de schouders er onder, alles gaat toppiedepoppie. Maar zodra ze tijdens een depressie de deur naar de buitenwereld achter zich dichtdoet, verkruimelt ze en wordt ze klein, zo klein. Het enige wat helpt is haar wiegen in mijn armen, net als ik met mijn eigen kinderen doe die getroost moeten worden.
Juist die troost is hetgene wat het Depressiegala mag bieden. De troost te weten dat je niet alleen bent. De troost die het geeft om jezelf te tonen. Sinds een jaar of vijf durft mijn moeder voorzichtigjes met haar ziekte naar buiten te treden. Daar wordt ze niet beter van, maar ergens heelt het wel.
Een klein voorval met grote impact
Een tijdje geleden zat ze in de trein. Een keurige man tegenover haar mopperde over alle gekken op het station. Overal mafkezen, hij pikte ze er zo uit. Mijn moeder vroeg of hij last van ze had. “Ik heb het er niet op,” bitste hij. Stilletjes had ze een tijdje voor zich uitgestaard. Toen de trein op een volgend station tot stilstand kwam, was ze volmaakt beheerst opgestaan. “Weet u,” had ze gezegd. “Ik zit ook in psychiatrische behandeling.” Met al haar waardigheid liep ze weg.
Het is een klein voorval, maar had grote impact op mijn moeder. Ze mocht er wezen, psychisch ziek als ze was. En dat is precies de reden waarom het Depressiegala wel georganiseerd moet worden. Iedereen die troost behoeft omdat hij of zij zo nu en dan een draak dient te verslaan, ik gun ze zo dat ze voelen dat zij er mogen zijn. Want juist deze mensen zijn een dubbeldik groot gala waard.
Van tafeldame bij ‘De Wereld Draait Door’ tot deelnemer aan ‘Wie is de mol?’ Van columnist in het Parool tot het toneelstuk ‘Ajax mijn club’. Veelzijdiger dan journalist/schrijfster Roos Schlikker bestaat niet.
Fotografie: Brenda van Leeuwen