Jaap is zo jaloers

 

Jaap en Hanneke zijn al zesentwintig jaar samen. Ogenschijnlijk een gelukkig stel. Maar Hanneke vindt het steeds moeilijker om de schijn op te houden, want Jaap is ziekelijk jaloers.

 

‘Mijn man en ik zijn al jaren samen. We hebben het goed. Een fijn huis, drie kinderen en allebei een baan en dus geen financiële zorgen. Maar zijn jaloerse gedrag begin ik steeds vervelender te vinden.

 

In het begin, toen we net bij elkaar waren, vond ik het nog wel schattig. Een man die echt voor zijn vrouw gaat. Hij bedolf me onder de bloemen en cadeaus. Schreef zelfs romantische gedichten voor me. Maar als ik met andere mannen praatte werd hij onredelijk. Naarmate de jaren verder glijden krijg ik steeds meer het gevoel dat ik stik. 

 

De kinderen gaan niet meer met ons mee op vakantie. Daarom waren we dit jaar voor het eerst echt weer met z’n tweetjes op vakantie op een camping in Zuid-Frankrijk, zoals vroeger toen we net verkering hadden. Jaap houdt niet zo van herrie om zich heen en daarom stonden we een beetje afgelegen. Maar dan heb je natuurlijk weinig contact met de andere campinggasten. 

 

Op een avond stond ik tijdens de afwas even met de buurman van de tent naast ons te praten. Gewoon een kletspraatje over het weer en de omgeving. Plotseling zag ik vanuit de verte dat Jaap naar ons toeliep. Boos en indringend keek hij me aan. Toen hij uiteindelijk vlak bij me stond brieste hij met barse stem: ‘Wat sta je daar nou weer met vreemde mannen te flirten. Je bent van mij!’

 

Stomverbaasd keek de buurman eerst naar Jaap en toen naar mij. Hij zei niets, stapelde zijn bordjes weer op in het afwasteiltje en liep snel weg. Terwijl ik hem nakeek voelde ik mijn warme rode wangen. Ik trilde helemaal en geneerde me verschrikkelijk voor het gedrag van Jaap. Stil liep ik achter hem aan terug naar onze tent. De rest van de avond brachten we zwijgend door. 

 

De buren waren de volgende dag vertrokken. Later die middag zag ik dat ze naar een andere plek op de camping waren verhuisd. Ik gaf ze geen ongelijk want het was natuurlijk absurd wat Jaap gedaan had. Maar voor mij was het slechts het zoveelste incident, om zoiets onbenulligs. 

 

Jaap zocht er altijd wat achter als ik bijvoorbeeld iets later dan verwacht thuiskwam van mijn werk. Dat de trein bijvoorbeeld vertraging had, geloofde hij gewoonweg niet. Of dat ik tijdens het boodschappen doen soms gewoon iemand tegenkwam die ik kende en daar gezellig een praatje mee had gemaakt. Eindeloos vaak stond ik me te verontschuldigen, uit te leggen. Bang dat hij weer uit zijn vel zou springen. Zo vaak heb ik geprobeerd om het met hem hierover te hebben, dat jaloerse gedrag dat nergens op slaat. Maar hij wilde het niet horen. 

 

En opeens had ik er zo genoeg van. Toen we ‘s middags samen voor de tent aan de koffie zaten, heb ik hem gezegd dat ik zo niet verder wilde. Dat hij echt moest inzien dat ik van hem houd, dat hij de enige man in mijn leven is, maar dat hij mij met zijn gedrag alleen maar van zich afdrijft. 

 

Met een bleek gezicht zat hij eindelijk echt naar me te luisteren en begon hij uiteindelijk zachtjes te huilen. Als een klein kind heb ik hem getroost. Gefluisterd dat het allemaal wel goed zou komen als hij hulp zoekt. 

 

De rest van de vakantie was heel fijn. Ik ben erg blij dat we dit gesprek hebben gehad. Of hij echt met iemand gaat praten? De tijd zal het leren. Maar dat hij nu eindelijk eens echt naar me geluisterd heeft vind ik al enorme winst.’

 

 

Door: Hanneke