It’s beginning to look a lot like Christmas
Huh? Hoorde ik dat nou goed? Dat kon niet waar zijn…
Dat ik in oktober lang de steigers van een stel bouwvakkers loop en dat ze de radio dan aan hebben staan, dat is nog wel uit te leggen. Maar dat ik uit de luidsprekers… Nou jaaaaa… Hoor ik dat nou werkelijk?
Ik luister dus nog even beter, maar het is toch écht zo. Ik hoor Michael Bublé. En dat is al anders dan het bij bouwvakkers meestal aangetroffen levensliedvirus, maar wat ik nu hoor…
‘It’s beginning to look a lot like Christmas. … Eeeeeverywhere you go.’ Het schalt luid en duidelijk over straat, en ze zingen vrolijk mee, ook nog. Hahaha.
Christmas in the sun. Ik heb het altijd al eens willen meemaken, maar het is er nooit van gekomen om met kerst bij mijn familie in Australië te zijn. Zij hebben dan een wollen kerstmuts op, terwijl de mussen daar dood van het dak vallen. Als het dak dan niet al afgebrand is door de extreme hitte die er dan heerst. Zij steken de lichtjes dan aan, terwijl ze ’s avonds buiten in bikini zitten, en dat leek me best grappig om een keer mee te maken. Maar zoals gezegd: het kwam er niet van. En nu blijk ik thuis toch alvast te kunnen gaan oefenen.
Ik kwam in september namelijk ook al bij het tuincentrum om nog even een lekker tuinvest te scoren, maar die hingen er toen ook al niet meer. De kledingafdeling had plotseling plaatsgemaakt voor de kerstshow, en ik was in shock.
Hoewel ik het ook wel weer begreep hoor. De barbecuefeesten waren de hele zomer afgeraden en mensen hebben toch behoefte aan gezelligheid. Ik vond het dus wel slim dat ze snel switchten en probeerden dan maar andere dingen te verkopen. Bovendien zag ik op het journaal toen al mensen in korte broeken door en door gelukkig door de plaatselijk tuincentra zwieren met een kar vol lampjes, treintjes, ballen, kaarsjes, nepsneeuw, sterren en bomen.
Waarom ook niet, dacht ik toen nog. Maar ik wilde er zelf nog even mee wachten. Ik dronk mijn kopje thee ’s middags nog buiten, en ik kon dat nog even niet rijmen met warme chocomel of glühwein. Met mijn dikke wollen kersttrui, mijn hangbroek, mijn sloffen, mijn Netflix en mijn bergen chocola. Ik was nog altijd in de niet-snoepen-want-je-moet-misschien-nog-in-je-badpak-modus.
Dus wat nu te doen? Mee met de grote hoos, en al die kilo’s, die ik er normaal in een klein weekje kerstvakantie aan snoep, nu verdelen over twee maanden? Dan gaat voor mij de lol eraf.
Ik wil me gewoon één keer volvreten en dan weer snel normaal doen. Eén weekje luieren onder het genot van kaarsjes, een boom, géén agenda, wél familie, en elke vriend die langskomt mag mee-eten en blijven slapen als hij dat wil. Niemand hoeft bij mij met kerst opgedirkt op hoge hakken door het huis te wiebelen, want wij relaxen juist in die periode. Wij hangen wat, wandelen wat, praten wat bij, eten in alle rust niet al te ingewikkelde maaltijden, doen een spelletje, kijken een film, lezen een boek, doen een tukkie, rukken een flesje open en staren wat in de vlammetjes van de openhaard.
En ik kijk daar altijd een heel jaar naar uit, maar ineens leek het in de zomer nu al daar te zijn. Ik zie zelfs al mensen met kerstbomen sjouwen! En ik ben heel benieuwd hoe die eruitzien tegen de tijd dat het kerst is!
Maar ieder zijn meug natuurlijk. En ik vind het heel verstandig dat we wat gezelligheid zoeken, in plaats van al dat gemopper en al dat geweld. Maar ik heb zelf nu een beetje het gevoel dat ik de herfst oversla. En dat klopt gewoon niet.
Want waar laat ik nou mijn hortensiabollen uit de tuin? En mijn dennenappels en eikeltjes?
Zal ik die anders in de kerstboom hangen met mijn bikini erbij? En mijn duikbril?
Hmmm. ’t Is wel een keer wat anders!