Is dat een inbreker? Help!

marianne

 

Toen ik in mijn omgeving aankondigde dat ik in mijn eentje in het bos zou gaan wonen, werd ik regelmatig voor gek verklaard.

 

 

 

Is dat niet gevaarlijk, een vrouw alleen? Ben je dan niet bang? Durf je ’s avonds wel alleen naar huis? Ik ben niet bang aangelegd, dus wimpelde alle bezwaren vrolijk weg.

 

Tot een paar dagen geleden…

Ik werd midden in de nacht wakker door gerommel aan het dak. Ik kon het geluid niet thuisbrengen, dus was in één klap klaarwakker. Voorzichtig ging ik rechtop zitten om door de gordijnen naar buiten te gluren: zou het de buurman zijn?

 

Maar er was niets te zien in de verte, dus kroop ik weer onder de dekens. Net toen ik had bedacht dat het vast niks was, hoorde ik wéér wat gemorrel. Nu was het bij mijn achterdeur die grenst aan de bostuin. Een rilling liep over mijn rug… wat ís dit?!

 

Ondanks dat ik niet gauw bang ben, voelde ik me niet op mijn gemak

Het liefst zou ik nu een stoer verhaal vertellen, dat ik met een baseball-knuppel uit mijn bed stapte om eens even poolshoogte te nemen, maar A) ik heb geen knuppel en B) blijkbaar ben ik dus niet zo’n held.

 

Daar waar ik meestal kalm ben als het op rare geluiden aankomt, raakte ik nu een beetje in paniek. Moest ik iemand bellen? Zag ik daar een zaklamp in de tuin? Op het moment dat ik echt zo’n beetje van angst in mijn bed zat te smelten, hoorde ik weer een geluid…

 

Luid smakken. Over het algemeen doen inbrekers dat niet

Na het smakken volgde het nodige aan gooi- en smijtwerk. Met iets wat vermoedelijk eikels waren. Wát een herrie! Geen inbreker die zo’n kabaal zou maken, dan ben je wel een heel slechte inbreker. Mijn schouders ontspanden wat. De angst vloeide weg en maakte plaats voor irritatie.

 

Want serieus, hoeveel kabaal kun je maken om 03.10 AM? Rennen, vliegen, smakken, gymen, smijten met eikels en aanverwante artikelen, gék werd ik ervan. Omdat ik toch wakker was, besloot ik Google er maar eens op los te laten. Het verlossende antwoord bleek een steenmarter te zijn. Een ontzettend schattig beestje, maar je bent er mooi klaar mee.

 

Hoe dierengek ik ook ben, dit beestje moest maar ergens anders gaan wonen

Dus belde ik de volgende dag de plaagdierenbestrijdingsdienst. Na een grondig onderzoek sprak de man, die ik hierna steevast ‘de MuizenMan’ noemde, beslist: dit is geen marter, het zijn hoogstwaarschijnlijk gewoon muizen.

 

Muizen?! Maken die zo’n herrie dan? ‘O,’ zei de man met gepaste nuchterheid, ‘je zou eens een paar maanden met me mee moeten lopen, wat je dan allemaal ziet en hoort, dat wil je niet weten.’ Nee, weet je wat, dat wil ik inderdaad niet weten. Inmiddels heeft de MuizenMan de familie verjaagd, maar opscheppen dat ik zo’n koelbloedig, stoer wijf ben? Neuhhh…

 

Door: Marianne ter Mors