Inge zag een nieuw leven in de provincie helemaal voor zich

 

‘Maar het was míjn droom en niet die van mijn man en onze kinderen.’

 

 

 

‘Het was míjn droom om buiten te gaan wonen, kippen te houden, een moestuin aan te leggen en een ezeltje te redden uit de opvang. Míjn droom om het jachtige leven in de Randstad achter ons te laten, selfsupporting te worden, geen nieuwe kleding meer te kopen voordat elk stuk in mijn uitpuilende kast tot op de draad versleten zou zijn. Geen Thuisbezorgd en Uber Eats meer maar zelf de keuken induiken om zelf iets klaar te maken uit onze goed gevulde ijs- en voorraadkast.

 

Mijn man wilde op een gegeven moment wel mee in mijn droom op voorwaarde dat hij een aantal dagen per week in Amsterdam, waar hij werkt, kon blijven overnachten. Voor onze kinderen was mijn droom van meet af aan een nachtmerrie, want voor hen was de stad hun thuis en hun leven. Toch zette ik door. Ik maakte mezelf wijs dat de kinderen jong genoeg waren – zeven en negen – om te wennen op een andere school.

 

De zoektocht naar ons nieuwe leven begon in de Achterhoek en eindigde daar na wat omzwervingen ook. Op de kop af drie jaar geleden tekenden we het contract van ons nieuwe buiten: een woonboerderij in een buurschap met niet meer dan een handjevol huizen en zeggen en schrijven twee andere kinderen behalve de onze. We verhuisden in de kerstvakantie zodat de kinderen meteen in januari naar hun nieuwe school konden. Tegen de tijd dat de zomervakantie begon zouden ze zeker te weten ingeburgerd zijn.

 

Maar toen ik ze voor het eerst naar hun nieuwe school bracht en ik ze op het schoolplein zag staan tussen al die kinderen die ze niet eens goed konden verstaan, brak mijn hart en bekroop me opeens het gevoel dat ik hier iets helemaal niet goed had gedaan.
In plaats van nieuwe vriendjes te maken werden ze gepest met hun accent en hoe ze gekleed waren en tegen de tijd dat de zomervakantie begon was er weinig meer over van de vrolijke kinderen van ‘thuis in de stad’. En heel eerlijk? Ik had het buitenleven tot en met geromantiseerd en geïdealiseerd, maar wat ik erover droomde heeft niet alles met de realiteit te maken. Mijn man is vaak vier nachten per week in Amsterdam, de kinderen zitten hier te verpieteren en nieuwe vrienden maken zit er ook voor mij niet in hier. Buurtgenoten groeten heel beleefd maar daar blijft het bij. En als ik heel eerlijk ben zijn er ook zo weinig overeenkomsten tussen hen en mij, dat er van een vriendschap ook eigenlijk geen sprake kan zijn.

 

Een half jaar geleden hakten we de knoop door om terug naar de stad te verhuizen. Alleen staat onze droom al sindsdien te koop en zijn er tot nu toe maar heel weinig gegadigden langsgekomen. En mocht het lukken om te verkopen zonder een al te groot verlies, dan krijgen we in de stad nooit meer het huis dat we er achterlieten. Met de huidige huizenprijzen kunnen we dat never nooit meer betalen. We hebben het er allemaal voor over om straks kleiner te wonen dan ooit tevoren. Maar ik voel me wel heel erg schuldig over wat ik heb aangericht. Achteraf had ik eerst een half jaartje moeten proefdraaien in de provincie voordat ik ons hele bestaan aan de wilgen hing.’

 

‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen. Wil jij ook iets delen met onze lezeressen, mail je verhaal dan naar info@franska.nl.’ 

 

 

 

 

Door: Redactie Franska.nl

Afbeelding van Redactie Franska.nl