‘Ik wil en moet ooit nog met mijn moeder praten’
‘Want ik moet weten of zij zich beter had gevoeld als ik net zo diepongelukkig was geworden als zij.’
.’
‘Toen ik ging puberen besefte ik dat er voor mij geen perspectief was behalve trouwen en de rest van mijn leven in dienst van een man – en kinderen – te slijten. Ik was voorbestemd om hetzelfde diep ongelukkige leven als mijn moeder te leiden en ik heb moeten vechten als een leeuw om me aan mijn cultuur en aan mijn geloof te kunnen ontworstelen. Als ik de verhalen over de jonge moslima’s hoor, die voor zichzelf een ander leven voor zich zien dan hun cultuur en hun geloof dicteert, zie ik mezelf daarin terug. Alleen waren wij niet islamitisch maar streng gereformeerd, lid van de befaamde zwartekousenkerk met al zijn dogma’s.
Ik was dwars en strijdvaardig genoeg om mijn leven te leiden zoals ik dat zelf voor me zag en dat is me gelukt. Met een heleboel misstappen, zijwegen en doodlopende straten heb ik een studie afgemaakt, een baan gekregen waar ik een best wel goed belegde boterham mee verdien en heb ik zelfs een relatie weten op te bouwen die heel behoorlijk is. De kers op de taart van mijn zelf verworven ‘ik‘ – en ook de ultieme test of ik voor mijn zelfgekozen leven zal slagen -, was de komst van mijn dochter. Ze is nu vier jaar. Een vrolijk meisje in een vrolijke stad, gezegend met een vader en moeder die haar alleen maar het allerbeste gunnen en haar bevestigen in wie zij is.
Mijn moeder heeft mijn dochter nooit gezien. Mijn broers wel. Allebei jonger dan ik en allebei net zo dol op hun nichtje als ze op mij waren – en nog steeds zijn. Ze doen weleens een poging, om thuis te vertellen over hoe ik het maak en wat mij zoal drijft. Maar zodra ze erover beginnen loopt moeder mokkend weg. Vader niet, zeggen ze. Vader blijft zitten, schijnbaar onbewogen en zonder woorden maar met ogen die gaan glinsteren en een rechterwijsvinger die steeds sneller op en neer gaat wippen – voor ons altijd het teken dat hij ons gehoord had.
Ik wil en ik moet ooit nog met mijn moeder praten. Hoewel ik niet verwacht dat ze antwoorden voor me paraat heeft, wil ik haar nog wel de vraag kunnen stellen waarom ze mij geen beter leven gunde dan ze zelf had. Waarom ze van mij eenzelfde diep ongelukkige en boze vrouw wilde maken als zij zelf altijd is geweest. En of mijn ongelukkig zijn haar eigen leed had kunnen verzachten. Als ik de moed heb verzameld om bij haar aan te kloppen zal ik dat allemaal aan haar vragen. De blik in haar ogen zal genoeg voor me zijn. Want aan die blik zal ik kunnen aflezen of ze haar eigen leven of haar bloedeigen dochter meer haatte.’
‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen.’
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.