Ik wil de nieuwe liefde van mijn beste vriendin niet voor mijn feest uitnodigen
Ella en haar man geven een groot feest, maar de gastenlijst stelt hen voor een groot dilemma.
‘Als ik met een volle tas uit de voordeeldrogist loop, zie ik in mijn ooghoeken een prachtig bordeauxrood broekpak in een etalage staan. Als een magneet word ik er naartoe getrokken. Dat zou de perfecte outfit zijn voor het feest dat mijn man en ik binnenkort geven. We zijn dan 25 jaar getrouwd, en dat willen we vieren met een gezellig feest. De afgelopen jaren hebben we een heleboel te verduren gehad en stond ons hoofd er niet naar om verjaardagen of andere gelegenheden te vieren. Maar nu willen we dat inhalen en met al onze vrienden en familie de liefde vieren. Want het is best bijzonder dat je het 25 jaar met elkaar volhoudt. Zoveel vrienden van vroeger zijn niet meer samen. Beide stellen die ons bruidspersoneel waren, zijn gescheiden. De getuige van mijn man is weer getrouwd en zelfs begonnen aan zijn tweede leg met zijn piepjonge vrouw. En Beate, mijn beste vriendin en getuige, heeft ook een nieuwe liefde: Jochem, een man op wie ze helemaal verliefd is, maar die mijn man en ik eerlijk gezegd heel vervelend vinden.
De eerste keer dat we hem zagen, kwamen we hen toevallig in de stad tegen. Het was net aan en ik zag hoe Beate dolverliefd naar hem keek. Natuurlijk was ik blij voor haar, maar na de eerste borrel met hen samen, had ik al zo mijn bedenkingen. Jochem is zo’n man die graag vol in de aandacht staat. Uit beleefdheid zal hij heus wel even vragen wie je bent of hoe het met je gaat, maar hij weet het gesprek altijd zo te draaien dat het uiteindelijk over hem gaat. Doodvermoeiend vind ik dat. Onbegrijpelijk ook, want hij is coach en loopbaanbegeleider, dus je zou denken dat hij juist in mensen geïnteresseerd is. Maar de enige in wie hij interesse heeft, is zichzelf.
Je kunt ook niet om hem heen, want hij is lang, fors en praat heel hard. Bovendien grijpt hij je altijd met zijn grote handen bij je elleboog vast, zodat je geen kant op kunt als je met hem staat te praten. Jochem verwacht ook dat je het met hem eens bent, anders blijft hij net zo lang doorpraten tot hij zijn zin krijgt. Beate kijkt hem dan vol adoratie aan, en daar erger ik me misschien nog wel meer aan. Ze ziet totaal niet hoe zelfingenomen Jochem is en hoe weinig ruimte hij anderen geeft. Later hoorde ik van anderen dat zij zich net als ik storen aan het gebral van Jochem. Ik wil niet over hem roddelen, maar het bevestigt wel mijn indruk. Mijn man en ik hebben ook steeds minder zin om met Beate en Jochem af te spreken. Het is telkens hetzelfde liedje: Jochem houdt een monoloog waar je nauwelijks tussenkomt, dus echt gezellig is het niet. Ik zit me dan in te houden om er niet tegenin te gaan. Ik zie mijn man dan met zijn ogen naar me seinen dat ik mijn mond moet houden, maar dat kost me steeds meer moeite.
Hoe anders is Thomas, de ex van Beate. Een rustige man, die liever luistert dan praat en ontzettend grappig uit de hoek kan komen. In de loop der jaren werden hij en mijn man goede vrienden. Na zijn scheiding van Beate hebben we aan allebei duidelijk gemaakt dat onze deur ook voor hem altijd openstaat. Beate vindt dat lastig, omdat ze hem de schuld van hun scheiding geeft. Zelfs nu ze in Jochem de liefde heeft gevonden, kan ze zich daar nog steeds niet overheen zetten. Nu mijn man en ik een feest geven en zowel Beate als Thomas erbij willen hebben, verwacht ik niet anders dan dat ze zich gedraagt. Dat heb ik haar ook zo gezegd. Gelukkig begreep ze dat. Ze zei zelfs dat het toch ons feest was en dat ze haar eigen ego wel opzij kon zetten. Dat vond ik natuurlijk ontzettend lief van haar.
Maar ik blijf met de gastenlijst in mijn maag zitten. Omdat mijn man en ik ons groen en geel ergeren aan het luidruchtige opscheppen van haar nieuwe vriend, zitten we alsnog met een dilemma. Eigenlijk willen we Jochem er die avond niet bij hebben, maar hem niet uitnodigen, kunnen we niet maken. De lange vriendschap met Beate is mij heel dierbaar; we kennen elkaar al zo lang en hebben zoveel met elkaar meegemaakt. Toch ben ik bang dat haar vriend met zijn schreeuwerige praatjes een behoorlijke stempel op de avond zal drukken, omdat hij zijn grote ego niet opzij kan zetten. En ik durf ik er bij Beate niet over te beginnen, omdat ze zo idolaat van die man is.
Er zit dus niets anders op dan af te wachten hoe ons feest verloopt. Mijn man en ik hebben afgesproken dat we Jochem dan maar moeten negeren en er toch een leuke avond van gaan maken. Maar of dat ons zal lukken? Daar durf ik eerlijk gezegd mijn hand niet voor in het vuur te steken.’