‘Ik voel me schuldig over mijn geluk’

 

 

Michelle is vijf jaar geleden gescheiden van haar man. Die scheiding zat er al een tijdje aan te komen. Voor Michelle is het een grote opluchting, maar haar man en kinderen denken daar anders over.

 

 

 

‘Of ons huwelijk ooit écht goed heeft gezeten, dat weet ik niet eens. Ik denk het eigenlijk niet. En dat is helemaal niet aan mijn ex-man Jordy te wijten, hoor. Juist niet. Ik hou nog steeds heel veel van hem, maar verliefde gevoelens… Die heb ik misschien wel nooit bij hem gehad. Het was meer de juiste timing, tussen ons. Allebei waren we eind 20 toen we elkaar leerden kennen en wel toe aan vastigheid. Daarin konden we elkaar heel goed begrijpen en vinden, en voordat we het wisten woonden we samen en niet veel later was ik zwanger van m’n eerste.

 

 

Jordy en ik konden — en wat mij betreft kunnen — het heel goed met elkaar vinden. We konden lachen, praten en de opvoeding tussen onze kinderen goed verdelen. Maar achteraf denk ik dat we elkaar hier wel een beetje in zijn kwijtgeraakt. We werden steeds meer een bedrijf dan dat we een liefdevolle relatie hadden. Ik had de betere baan van ons twee, hij vond z’n werk al niet zo leuk, dus was het al snel besloten dat hij parttime ging werken en ik niet. Zijn vrienden en mijn vrienden waren twee afgesloten groepen: nooit mengden we die met elkaar. De keren dat ik zijn beste vrienden heb gezien in ons huwelijk kan ik bijna op twee handen tellen.

 

 

Ook met de kinderen deden we eigenlijk niets meer samen. Op vrijdagavond ging hij met vrienden afspreken en paste ik op de kinderen. Zaterdagavond vice versa. Natuurlijk gingen we wel op vakantie, maar ook dan stonden de kinderen centraal. Overigens vind ik dat geen probleem en erg vanzelfsprekend, maar de liefde tussen ons werd er niet meer op. Geen passie, geen aantrekkingskracht. Niet een vluchtige kus maar een aai over m’n bol.

 

 

Tien jaar geleden ging ik hier een gesprek met hem over aan. Ik wilde niet zeggen dat ik twijfelde of ik überhaupt ooit verliefd was geweest — dat zou z’n hart breken — maar wel dat ik niet gelukkig was in deze relatie. Ik miste iets. Het vurige, het passionele. We waren allebei te jong om de rest van ons leven als een goed functionerend bedrijf te zijn. Ik gunde mezelf meer, maar hem zeker ook. Het lastige was dat hij het helemaal niet zo zag. Voor hem was ik de liefde van zijn leven en was ons leventje zo goed genoeg.

 

 

Ik heb me proberen te schikken, want ik houd van Jordy — ik wilde hem helemaal nooit kwetsen. Maar ik kon gewoon niet meer in dit huwelijk blijven. Een huwelijk waarvan ik weet dat ik niet op mijn allergelukkigst zal zijn. Heel egoïstisch gezegd: ik heb volledig voor mezelf gekozen. En ik sta daar nog steeds achter, maar het doet me veel verdriet om Jordy nog steeds hart gebroken te zien en dat ik mijn kinderen een gebroken gezin geef.

 

 

Mijn kinderen schrokken zich eerst rot; we hadden toch nooit ruzie? Dat klopt ook, maar de spreekwoordelijke koek was gewoon op. Nu begrijpen ze me beter. Ze zien ook dat ik veel gelukkiger nu ben. Een vaste relatie heb ik niet, maar ik sta weer vol in het leven. Alsof ik hernieuwde energie heb gevonden. Ik weet dat dit de juiste beslissing is, en ik hoop zo dat Jordy me het uiteindelijk vergeeft. Echt vrienden zijn we tot op heden nog niet geworden, omdat hij dat nog te moeilijk vindt. Dat is het enige waar ik momenteel wel echt verdrietig van kan worden, maar ik gun hem ook de tijd.’