‘Ik vertrouw de nieuwe vriendin van mijn zoon absoluut niet’
Merle heeft een goede band met haar zoon Luuk. Maar sinds hij een nieuwe vriendin heeft, verdwijnen er steeds vaker spullen uit haar huis.
‘Al een poosje had ik in de gaten dat mijn zoon wel erg vrolijk was. Luuk liep soms fluitend door het huis en vanuit zijn kamer hoorde ik hem vaak lachen als hij met iemand zat te Facetimen. Toen hij op een middag vroeg of ik het goed vond dat er iemand zou blijven eten wist ik dat het serieus was. Ik zie Quinty nog staan bij de voordeur, een verlegen meisje stak haar hand naar me uit. Aan tafel zei ze niet zoveel, maar daar kon ik me best wat bij voorstellen. Het was natuurlijk spannend om voor het eerst bij je schoonouders te komen. Ze kwam steeds vaker met Luuk mee en sinds een tijdje blijft ze ook geregeld slapen. Nog steeds is ze niet zo spraakzaam en vind ik haar eerlijk gezegd maar een beetje een vreemde eend in de bijt. Ze is nu toch al een tijdje samen met Luuk maar er hangt iets om haar heen wat ik niet goed kan duiden. Maar om problemen met mijn zoon te voorkomen houd ik wijselijk mijn mond en hoop ik eerlijk gezegd dat deze liefde vanzelf weer overwaait.
Het viel me laatst op dat ik mijn zilveren oorbellen nergens meer kon vinden. Die had ik ’s avonds voor ik ging slapen op het badkamerkastje gelegd. Maar toen ik ze de volgende ochtend weer in mijn oren wilde doen, kon ik ze nergens vinden. Ik zocht overal maar ze waren weg. Misschien had ik ze gedachteloos ergens anders gelegd dan ik dacht, zei mijn man nog. Geïrriteerd zocht ik verder zonder resultaat. Ik baalde er heel erg van want die had ik ooit van mijn kinderen gekregen voor Moederdag, een lief cadeau waar ik erg aan gehecht was.
Sinds vorige ben ik ook mijn gouden ketting kwijt. Ook die had ik in de badkamer laten liggen toen ik nog even mijn tanden ging poetsen voor ik naar bed ging. Dat vond ik echt heel erg want dat was een erfstuk van mijn moeder. Tot aan haar dood droeg ze deze ketting iedere dag en nu ik hem had voelde het alsof ik mijn moeder nog heel dichtbij me had. Opnieuw zocht ik het hele huis door, maar waar ik ook keek, de ketting was spoorloos. Was de sluiting soms kapot, dat ik hem ergens onderweg verloren was? Dat kon niet, want ik voelde altijd wel drie keer of hij goed dicht zat, bang om dit dierbare sieraad te verliezen.
Opeens bekroop me een heel naar gevoel. Was het niet heel erg toevallig dat ik mijn sieraden niet meer kon vinden op de dagen nadat Quinty bij Luuk was blijven slapen? Dat zal toch niet? Ik heb Luuks kamer meteen helemaal overhoopgegooid en ook daar kon ik mijn ketting en de oorbellen niet vinden. Hard bewijs heb ik er niet voor maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik haast zeker weet dat Quinty iets met de verdwijning van mijn sieraden te maken heeft. Anders kan ik het gewoon niet verklaren. Ik vertrouw dat meisje gewoon niet. Ik heb geen idee hoe ik haar kan ontmaskeren want hoe kom ik erachter of ik me vergis of dat de vriendin van mijn zoon echt een dief is, zonder mijn zoon daarbij te betrekken. Want zo loop ik toch ook het risico dat ik mijn zoon voorgoed aan haar verlies en dat zou ik mezelf nooit vergeven.’