Ik lijk best op m’n moeder
Maar niet genoeg. Realiseerde ik me ineens toen ik m’n medicijnen kwam ophalen bij de apotheek.
Niet zo gigaveel pillen hoor, maar toch mooi wel drie soorten. En alle drie wil ik ze liever niet slikken, maar het moet. Bloedverdunners en cholesterol moeten van de cardioloog. En die gaat over je hart, dus om daar nou dwars over te gaan liggen… niet zo handig. De grootste onzin vind ik de thyrax (schildklierpilletjes) die ik moet slikken. ‘Je zult zien hoeveel beter je je gaat voelen als je dit slikt. Echt, je wordt veel minder traag’, zei de huisarts toen hij het voorschreef. Traag?? Ik ??? Ik denk dat er hordes mensen zijn die blij zouden zijn als ik juist wat trager was. Elke ochtend als ik die blauwe dingetjes naar binnen werk denk ik dat ik gek ben dat ik ze nog steeds slik. Ik had nergens last van tot er iets bij toeval ontdekt werd doordat ik een keer vanwege een hartritmestoornis in het ziekenhuis belandde.
M’n huisarts vond toen dus dat ik aan dat spul moest. Natuurlijk, je kunt stoppen wanneer je wilt. Niemand die je tegenhoudt. En die man komt het heus niet checken, maar ik ben dan toch een beetje teveel van de brave (zoals Kluk-Kluk het gezegd zou hebben), dus het gaat er al jaren in.
Zeg eens eerlijk, slik jij die schildklierdingen ook? Ik heb namelijk het idee dat ze dat zo ongeveer elke vrouw aanpraten, omdat ik het gevoel heb dat dat bij mij zo gegaan is, maar dat kan natuurlijk zomaar een idee zijn, al hoor ik er wel erg vaak iemand over praten. Let wel, ik heb het over mij persoonlijk, alleen vraag ik me dus af of er meer mensen dezelfde ervaring met die pillen hebben als ik.
Maar die mensen die dus met van die enorme zakken naar buiten gaan, alsof het de weekendboodschappen zijn bijna, dat doet me denken aan die keer dat ik plots met m’n moeder in het ziekenhuis belandde. Over de tachtig was ze. De verpleegkundige die haar opnam vroeg: ‘Heeft u de medicijnen van uw moeder bij u?’
De medicijnen van m’n moeder? Dat waren er welgeteld nul. Die slikte helemaal niks. Er wordt gewoon steevast van uitgegaan dat iedereen boven een bepaalde leeftijd een soort thuisapotheek heeft. Zich als het ware al slikkend door het leven slaat. Oh sorry, nu begin ik een beetje door te slaan misschien. Maar toch, was ik maar zoals m’n moeder, bij wie ze het uiteindelijk pas ver na haar tachtigste ineens nodig vonden dat ze vitamine-bruistabletten ging innemen en… uiteraard… thyrax. (Jazeker, daar heb je die schildklierpilletjes weer). Een halfje per dag. Ik hoop niet dat je me kwalijk neemt dat ik dat voor m’n moeder net als voor mezelf vette onzin vond.