‘Ik leef met een groot geheim’
‘Mijn vader heeft mijn zus onterfd.’
‘Mijn ouders en mijn zus hebben al jaren een vertroebelde relatie. Mijn zus heeft niet echt een talent om de leukste mannen uit te kiezen. Haar laatste “aanwinst” rijdt in een dikke BMW, zit op verjaardagen het liefst zijn horloge op te poetsen en praat net iets te hard. Mijn ouders hebben hun hele leven lang gewerkt. Mijn vader was stratenmaker en ging al vroeg met pensioen. Daarna heeft hij veel vrijwilligerswerk gedaan voor een instelling waar mensen met een beperking wonen. Mijn moeder was kleuterjuf en is nu enkele jaren met pensioen. Ze houden ervan om ons te verwennen, maar leven verder vrij sober. Een keer per jaar met vakantie en verder genieten ze van hun volkstuintje.
Een tijd geleden kwamen mijn ouders erachter dat die dikke BMW dus betaald is van het geld van mijn zus. Terwijl haar vriend haar er niet de credits voor geeft. Sterker nog, ze mag er niet eens in rijden. En nu vertelde mijn vader me dat mijn ouders mijn zus hebben onterfd. Allemaal uit angst dat hun zuurverdiende geld bij die foute vriend terecht zal komen. Ze hebben nu een soort constructie bedacht waarbij ik haar geld zal beheren tot het uit zal zijn met haar vriend, want daar gaan mijn ouders dus van uit. Verder zal ze altijd via mij haar geld moeten opvragen omdat mijn ouders haar niet vertrouwen met geld.
Ik begrijp ze een beetje, heus. Maar wat ik er zo vreselijk lastig aan vind, is dat als mijn ouders overlijden ik sowieso meteen gedoe zal hebben met mijn zus en haar vriend. En juist in die droeve tijden zal ik haar enorm nodig hebben.
Wat moet ik doen? Mijn ouders vragen om het aan te passen? Of maar niet paniekerig zijn en hopen dat alles tegen de tijd zijn weg wel zal vinden?’