IK JALOERS OP DE MEILANDJES…ECHT NIET EN WEL HIEROM NIET

 

Eindelijk zitten we met ons hele hebben en houden in Noordwijk. Voor degenen die denken dat wij de Meilandjes achternagingen: het is precies andersom.

 

 

Toen zij hoorden dat wij er gingen wonen, dachten ze: aha! Dáár moet je dus wonen om een beetje mee te tellen!

 

Ik kan niet naar meneer Meiland kijken zonder te denken: doe toch gewoon man! Maar ik heb natuurlijk geen gevoel voor humor. Toen ik op hun naam googelde, om te weten of ik die juist had gespeld, zag ik de foto van het huis dat ze nu te koop zetten. Ziet er perfect uit. Ze hebben last van de inkijk (kan ik me voorstellen, dat is niet leuk), dus nu moet de stulp verpatst worden. Het ziet er gelikt uit, je kunt er zo in. Ik zou denken: zet een grote laurierhaag in de voortuin, investeer in een hek met venijnige punten, zodat iemand die er overheen wil klimmen en in het bezit is van mannelijke geslachtsorganen, het na zo’n klimpartij zonder zal moeten doen. En plant achter die laurierhaag flinke bossen brandnetels. Ook leuk voor de vlinderstand.

 

‘Je bent jaloers,’ zegt een vriendin, ‘omdat het bij jou nog zo’n puinhoop is.’ Dat laatste klopt, het eerste niet. Waarom ik niet jaloers ben? Het lijkt me verschrikkelijk als een groot deel van Nederland je gangen volgt. Ik heb nóg een reden om totaal niet jaloers te zijn en mijn zegeningen te tellen. En wel hierom:

 

Mijn Zambiaanse vrienden Hilda en Emmanuel attendeerden mij op het verdrietige bestaan van Emelia, een verlamde vrouw met twee dochters. Oudste dochter is ook verlamd. Beide dochters komen voort uit verkrachtingen. Er zijn helaas, wereldwijd, mannen die misbruik maken van kwetsbare vrouwen (die gun je dus zo’n hek met enge punten). Emelia en haar dochters woonden gratis in een hutje, dat van een buurvrouw was. Met een lekkend dak en een aarden vloer. In de regentijd sliepen ze, als varkens, in de modder. Die buurvrouw was een soort Eucalypta. Via Hilda zorgden wij voor voedsel en meteen verscheen daar Eucalypta, die haar deel van de buit kwam opeisen, omdat ze vond dat het drietal ‘niet dankbaar genoeg’ was voor hun ellendige onderkomen. Toen ik dat hoorde, overlegde ik met Hilda en Emmanuel of het mogelijk zou zijn een huisje voor ze te laten bouwen. Lang verhaal kort (te lezen op mijn facebookpagina ‘Wieke Biesheuvel in Zambia’, wel even scrollen): het huisje kwam er, dankzij mijn geweldige achterban hier in Nederland, die royaal doneerde. We kietelden de headman van het dorp met een bescheiden bedrag, zodat Emelia een stukje grond kreeg en zijn bescherming. Via Lemmy, het opperhoofd van ons waterpompenproject, kwam het geld per omgaande bij Hilda en Emmanuel terecht en die zorgden ervoor dat het huisje er kwam. Er kwamen matrassen, vloerbedekking, gordijnen, huishoudspullen en zakken maismeel. Er is ruimte voor een moestuin en ze willen kippen en konijnen gaan houden, om zo op den duur in hun eigen onderhoud te voorzien.

 

Als ik naar dat huisje kijk en hoor hoe blij die vrouwen zijn (op foto’s lachen ze niet, zoals veel Zambianen) dat ze voor het eerst van hun leven op een matras slapen en niet op de grond, dan kan ik onze eigen hindernissen bij het verhuizen prima relativeren. Eucalypta kan ons drietal niet meer pesten. Want dat deed ze. Alweer: wereldwijd zijn er Eucalypta’s. En zolang er mensen zijn die in 2021 moeten wonen zoals ons drietal tot voor kort… dan tel ik mijn zegeningen en neem onze eigen luxueuze chaos graag voor lief.

 

 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel