‘Ik ben te snel bij hem weggegaan’

 

Inez is alweer een tijdje alleen. Hoewel ze haar zaakjes heus wel op orde heeft blijft er maar iets aan haar knagen.

 

 

‘Voor me ligt weer een lange avond. Lusteloos zap ik langs de televisiekanalen. Ik zie de gezichten bewegen maar hoor niet wat ze zeggen. Het boeit me niet, zoals niets me kan boeien op dit moment.

 

De kinderen hadden vandaag hun wisseldag. Ze zijn vertrokken met hun tas met schoolboeken en schone was. Ze weten niet beter, want ze waren nog heel jong toen hun vader en ik uit elkaar gingen. Ik was niet happy in onze relatie, maar waarom? Daar kon ik mijn vinger niet op leggen. De kinderen en mijn werk slurpten al mijn energie op en mijn man begreep me niet, vond ik.

 

Ik had toch alles wat ik wilde? Twee gezonde kinderen, een fijn huis, geen geldzorgen. Hij deed alles om het mij naar de zin te maken. Wat zeurde ik nou toch? Maar diep van binnen voelde ik me alleen en ongelukkig. Op het schoolplein leerde ik Jasper kennen, een leuke gescheiden vader waar ik vaak nog even mee stond te kletsen als we onze kinderen naar school brachten. Op een van die ochtenden vroeg hij of ik zin had in koffie bij hem thuis.

 

Daar zag ik om dat moment totaal geen kwaad in en ik ging met hem mee. Uren hebben we zitten praten. Het was zo fijn dat er iemand was die me begreep. Toen ik ‘s middags naar huis liep was ik al verliefd op hem.

 

Er was geen houden meer aan. We kregen een affaire waar mijn man natuurlijk achter kwam. Een lelijke scheiding volgde, maar ik dacht echt dat ik met Jasper de hele wereld aan zou kunnen. Maar eenmaal gescheiden was hij niet meer in me geïnteresseerd en bleef ik zonder mijn gezin en zonder nieuwe liefde achter. En weer voelde ik me eenzaam en ongelukkig.

 

Hoewel ik me prima in mijn eentje kan redden, vind ik het zwaar. Zeker sinds de kinderen zoveel thuis zijn kom ik helemaal niet meer aan mezelf toe. Als ze dan bij hun vader zijn ben ik te moe om iets te ondernemen. Daten is haast onmogelijk door de avondklok en eerlijk gezegd voel ik er niets voor om alleen voor de seks met een man af te spreken. En dat is wel waar die mannen meestal op aansturen als je een date met ze hebt.

Het lijkt wel alsof ik alleen maar op de verkeerde kerels val. Of ze hebben bindingsangst of ze zijn op zoek naar een huisvrouw die hun sokken wast, en daar pas ik voor.

 

Als ik gelukkige mensen samen zie vind ik dat moeilijk. Een jong gezin met hun kinderen in de speeltuin, een ouder echtpaar dat nog steeds hand in hand over straat loopt, een stel dat samen boodschappen doet… Dan word ik keihard met mijn neus op de feiten gedrukt, dat ik dus in mijn eentje ben.

 

Dan kruip ik nog meer in mijn schulp en dan ga ik ook contact met mijn vriendinnen uit de weg. Een paar van hen zitten in dezelfde situatie en als ik met ze praat word ik alleen maar nog verdrietiger. Ik zou zo graag weer eens domweg gelukkig willen zijn. Gewoon zorgeloos en blij in het leven staan. En het erge is dat ik me steeds vaker realiseer dat ik dat bij mijn ex wel had kunnen zijn, maar dat ik het niet wilde zien. Hij droeg me op handen en hield van me zoals ik was. Dat knaagt aan me, ik ben te snel bij hem weggegaan.’