‘Ik ben stiekem blij dat mijn schoonmoeder niet op kraambezoek kan komen’
Het coronatijdperk brengt ook onzichtbare kwesties aan het licht. Vandaag vertelt Anne (31) dat ze blij is dat haar schoonmoeder niet op kraambezoek kan komen.
Anne (31) zette een gezonde zoon op de wereld op het moment dat de regering begon over social distancing door het coronavirus. Stiekem is ze blijer met die anderhalve meter afstand dan ze durft toe te geven. ‘Bij het naar huis gaan drukte de arts me nog één ding op het hart: zie zo weinig mogelijk mensen.’
‘De persconferentie was op tv toen wij naar het ziekenhuis reden. Het was stil op straat, zei Pim, maar dat kreeg ik door de weeën niet mee. Ik was de weken daarvoor al zoveel mogelijk binnen gebleven door alle besmettingen met COVID-19. Het maakte me ongerust, vooral omdat ik niet wist wat het virus met de baby zou doen.
De bevalling was zwaar maar goed. Ik mocht nog net naar het ziekenhuis om daar te bevallen en Pim mocht met me mee, maar toen onze zoon Sem er eindelijk was werd alles ineens anders. De arts aan mijn bed vertelde dat het ziekenhuis op slot ging en dat onze bezoekers echt even moest wachten. De kraamtranen zaten al hoog, maar bleven komen door haar bericht. Ik huilde, omdat ik mijn moeder de donkere haartjes van haar kleinzoon wilde laten zien. Ik wilde dat mijn vader de kamer in zou lopen en me zou zeggen dat Sem op mij leek. Ik wilde een stiekem glas bubbels drinken met mijn beste vriendin op de rand van het bed, zoals we elkaar beloofd hadden te doen. Maar na al die tranen hield ik één raar gevoel over: opluchting. Want door het verbod op kraambezoek kon ik nog heel even ontsnappen aan mijn dwingende schoonmoeder, die altijd alles beter weet. Pim stelde me gerust, dacht hij, door te zeggen dat het maar een dagje ging duren voor ze Sem zouden zien. Ik hoopte stiekem van niet…
Onze familieapps bleven ondertussen afgaan. Dat was voor nu even Pim zijn taak, hij zou vaders, moeders, broers en zussen informeren over elke kik die Sem gaf. Ook al miste ik de mijne, het was fijn rustig om even niemand om ons heen te hebben. Ik telde Sems wimpers, rook aan zijn kleine babylijfje en klungelde met het aandoen van zijn rompertje. Geen seconde voelde ik de hete adem van mijn schoonmoeder in mijn nek. Ik zag die neerbuigende rimpel in haar neus niet toen het borstvoeding geven wat onhandig op gang kwam. En als ik even in paniek raakte, dan facetimede ik mijn eigen moeder voor advies, terwijl ik deed alsof ik sliep als Pim met die van hem bij wilde kletsen.
Bij het naar huis gaan drukte de arts me nog één ding op het hart: zie zo weinig mogelijk mensen en ga in isolatie. Omdat Sem nog maar weinig weerstand heeft kan hij snel iets oplopen, legde ze uit. Ik keek Pim aan, in zijn ogen stond de twijfel. ‘Wat als ze gelijk heeft?’, vroeg ik hem in de auto, terwijl ik voorzichtig het mutsje van Sem goed deed. Pim ademde diep in, zoals hij altijd doet als hij het ergens niet mee eens is. ‘Laten we anders alleen onze ouders doen’, stelde hij voor. Van het idee dat zijn moeder zich met Sem zou gaan bemoeien raakte ik over mijn toeren. Ik ontweek zijn blik in de achteruitkijkspiegel, maar de tranen liepen over mijn wangen. Pim, die dacht dat het mijn overbezorgdheid was, krabbelde meteen terug. ‘We houden de deur tot 6 april dicht’, zei hij.
Mijn schoonmoeder heeft Sem heel even door het raam gezien, maar ik ben stiekem opgelucht dat ik nog heel even mijn eigen fouten kan maken zonder commentaar te krijgen. Al kan ik dit Pim nóóit vertellen.
In deze ongewone tijd vroegen we mensen om hun eerlijke verhaal. Om anderen niet te kwetsen zijn de namen van Anne, Pim en Sem aangepast.
Door: Anne