‘Ik ben 43 en durf niet te vertellen dat ik in de overgang zit’
Anke schaamt zich ervoor omdat ze het paradepaardje van de company is
‘Ik ben human resource manager bij een van de grootste recruiters van Nederland. De bel waar we op de afdeling aan trekken als we weer iemand hebben weten te plaatsen rinkelt bij mij elke week. Ik verdien me helemaal scheef aan alle bonussen en mag meestal wel twee keer per jaar mee op een dik seminar in het buitenland omdat ik het paradepaardje van de company ben.
Omdat ik al bijna twintig jaar bij ons bedrijf werk (gevalletje van blijven hangen na mijn stage met een kleine break van drie jaar toen ik met mijn vriend meeging die een baan in Singapore kreeg) word ik vaak gevraagd om presentaties te houden. Laatst was de internationale board over en vroegen ze mij om een duiding te geven van de Nederlandse markt. Toen ik daar stond brak het zweet me ineens uit. En dat was anders dan tijdens mijn driewekelijkse (ik ben nogal fanatiek, ja) Rocycle-les. Als een lawine kwam het over me heen, van mijn gefrenchmanicuurde teennagel tot mijn getoupeerde staart. Ik had het idee dat zelfs mijn wimpers zweetten.
Het gekke was dat ik ook even van de wereld was. Niet dat ik flauwviel, maar ik was gewoon alles even kwijt.
Mijn manager is een vrouw van in de vijftig. Ze liep naar me toe met een glas water, zei dat zij wel even eerst haar deel van de meeting zou verzorgen en knikte later toen ze zag dat ik me weer had hersteld. Tijdens de vrijdagmiddagborrel tikte ze een adres in op mijn telefoon. Een overgangsconsulente? Ik voelde me meteen 150. De overgang? Dat was iets van dikke tantes met kort haar die advocaatjes lepelend hun dikke magen zaten te vergelijken. Ik toch niet? Ik was in de bloei van mijn leven.
Toch ging ik googelen. En ik tikte heel wat vakjes aan. Ja, ik sliep slecht, ja, ik ben best een beetje chagrijnig (maar dat kwam toch door corona?) en had ik laatst tijdens de seks niet een beetje minder lustgevoelens? Damnit, ik ben gewoon in de overgang. Op mijn 43ste. Maar dat kan dus. Op aanraden van mijn senior-collega ben ik naar die ‘consulente’ (ik haat dat woord) gegaan en ik heb nu een gelletje en een pil die ik slik. Het is nu helemaal onder controle. Maar het vertellen, dat durf ik dus alleen nog maar anoniem.’