‘I am going to say something that you probably won’t like’
De kaartjes hebben we al zo lang geleden geboekt dat ik bijna, bíjna vergeten ben dat ik 190€ voor een kaartje op de tweede ring heb moeten neertellen.
Ik ga naar Madonna. De kaartjes hebben we al zo lang geleden geboekt dat ik bijna, bíjna vergeten ben dat ik 190 euro voor een kaartje op de tweede ring heb moeten neertellen. En dat madame Madonna ons waarschijnlijk twee uur zal laten wachten voordat haar eerste beat zal klinken, deert me ook niet. We spreken gewoon lekker laat af dus ik heb alle tijd om ‘mijn toilet te maken’ zoals mijn grootmoeder altijd zei.
Een bad neem ik, en daarna smeer ik me in met de bodylotion van Teint de Neige, mijn lijfgeur waar ik altijd zoveel complimentjes over krijg. Mijn haar föhn ik uitgebreid om het daarna nog even te sprayen met Le Spray van Sisley (zo’n zalig niet plakkende en lekker ruikende haarlak) met een toefje Christoph Robin (de Chanel onder de haarverzorging) toe. Ik denk aan Leco die altijd zegt zo te houden van vrouwen met lekker ruikend haar en zie zijn goedkeurende knikje al voor me.
Eenmaal in de Ziggo Dome verloopt alles soepel. Ik kom een dierbare kennis tegen en later een oud-collega. Madonna is een magneet voor mensen geboren tussen 1972 en 1985 dus grote kans dat je links en rechts wat bekenden tegenkomt. We maken wat foto’s, zelfs een klein filmpje van onze outfits, halen een drankje en lopen (of moet ik zegen klimmen?) naar onze stoelen.
De dame naast me draait haar hoofd naar me toe. ‘Can i ask you the name of your perfume?’ vraagt ze. Ik klim op mijn stokpaard want ik houd van deze geur. Ik rook het tijdens mijn eerste bezoek aan Rome en heb er tien jaar over gedaan om uit te vogelen hoe het heette en waar ik het kon kopen. Teint de Neige van Lorenzo Villaresi, vertel ik haar. Terwijl ik verder wil gaan over waar het te koop is, valt ze me in de rede. ‘I am going to say something that you probably won’t like…’ Ik denk aan het verhaal dat misschien een dierbaar iemand die niet meer leeft dit parfum droeg en dat ik haar daaraan herinner. Zoiets. Droef maar mooi, daar zet ik op in. Maar nee hoor.
Ze vindt mijn parfum niet lekker. En dat wil ze even kwijt. Ik ben een beetje van mijn à propos. Ik heb mijn best gedaan er leuk uit te zien, heb mijn haar gewassen, mijn tanden gepoetst, mijn lievelingsparfum aangebracht en dan krijg ik dit. Ze gaat vrolijkverder: ‘I really think you should change it.’ Ze vindt het niet lekker én ze wordt er misselijk van. En o ja, het lijkt op wc-verfrisser, die geur van mij. Ik adem even diep in, verander van plek met mijn vriendin (hopelijk kan haar parfum haar goedkeuring wel krijgen) en wens haar desalniettemin een fijn concert.
Ik denk aan de aloude 1/3-regel: een derde van de mensen vindt je leuk, een derde interesseert het allemaal helemaal niets wat je doet, en de laatste 33 procent vindt je sowieso stom.
Ik vrees dat ik bij deze vrouw in het laatste vakje viel. Hoe hard ik mijn best ook heb gedaan.