Hoe ik een hekel kreeg aan thuisonderwijs
Vroeger – oké laten we zeggen: voor corona – leek thuisonderwijs me nog wel wat…
Ik zou het zelf niet doen, maar ik begreep de ouders die er bewust voor kozen wel. Zeker als je ergens afgelegen woonde (in de bergen van Zwitserland bijvoorbeeld, op een groot landgoed zonder enige basisschool in de wijde omtrek, of op zo’n leuke finca op Ibiza), ja, dan zou ik mijn kinderen ook heus dagelijks aan de keukentafel zetten met hun leesboekjes, sommen, knutselspullen en wat dan al nog meer. Ik zou ze alles leren wat ze geacht werden te weten en daarbovenop alles waar ze zich voor interesseerden. Ja, ik zou best een goede juf kunnen zijn.
Nou bewijs dat maar eens, moeten mijn kids gedacht hebben toen corona uitbrak. Zie ons maar eens te motiveren met je leuke verhaaltjes, je uitleg en je kinderliedjes. Vanaf dag één bleek dat een kansloze operatie. Welgeteld acht luttele minuten hebben we met het hele gezin geconcentreerd aan tafel gezeten. Zoon 1 voor zijn rekenboek, zoon 2 kleurde vakjes met letters in, de baby rommelde om ons heen, man achter de laptop aan het werk, ik achter de laptop aan het werk: woehoe! Dit was een goede start en een goed begin is het halve werk, nietwaar? Maar na acht minuten begon de baby te krijsen, was zoon 2 al klaar met kleuren en deelde zoon 1 zuchtend en steunend mee dat ie nu echt even pauze ging houden van ‘al die sommen maken’.
En zo kwam ik erachter dat mijn kinderen, of in ieder geval 2 van de 3, mijn jongens in ieder geval, het concentratievermogen van een stuiterbal hebben. Oftewel, ze letten 10 seconden op en zijn dan weer afgeleid of gooien hun kont tegen de krib. Thuis dan hè, volgens juf is er op school niks aan de hand en zijn ze nog net niet de braafste jongetjes van de klas. Gelukkig maar. Maar hier krijg ik om de haverklap (lees: om de drie minuten) verzet: juf legt het anders uit, dit hoeven we niet te doen hoor, weet je hoe moeilijk dit is mam, hoezo moet ik dit weten, dit is echt heel stom/saai/makkelijk, ik heb geen zin meer, hallo waar is mijn gum, nee dit is wel goehoed, mag ik pauze, ik heb honger, ik moet plassen, ik wil naar buiten, wanneer gaan we fruit eten, doe het lekker zelf dan mam!
Ja, alles heb ik al geprobeerd hoor. Met een kookwekkertje erbij zodat ze precies kunnen zien hoelang het duurt tot ze even mogen pauzeren, ze zelf een schema laten maken wanneer ze wat op een dag gaan doen, beneden aan tafel werken, boven aan hun eigen bureautje, ik ernaast, ik er niet naast, huiswerk mee naar oma, omkopen met snoep, we hebben juf er zelfs bijgehaald via Zoom en een ochtendje gewerkt met een vriendje samen. Ik hou m’n hart vast voor wanneer huiswerk écht serious business wordt. Ik heb nog vijf jaar om m’n vaardigheden als juf te verbeteren voordat de oudste op de middelbare school zit.
Man o man, wat kost dat motiveren van die kleine gastjes veel energie zeg. Tegen de tijd dat ze eindelijk hun taakjes afhebben – en dat is echt minimaal hoor – ben ik kapot.
Gisteren was daarom een memorabele dag. Namelijk: de allerlaatste thuiswerkdag. Want vandaag zijn ze weer een dagje naar school en na het weekend gaan ze weer de hele week. Halleluja. Geen strijd meer om wat er gemaakt moet worden en wanneer. Die taak mag juf weer gewoon op zich nemen. Hulde trouwens, driewerf hoera en een daverend applaus voor alle leerkrachten. Ik ga weer lekker moederen en complimenten uitdelen wanneer ze trots met een rij goedgemaakte sommen of een mooie tekening uit school komen. Daar ben ik gelukkig wel een ster in.