‘Hoe bijzonder dit was, waren we ons niet bewust’
Onze kleren waren altijd schoon, onze bedden werden elke week verschoond, het huis was altijd aan kant en elk voorjaar werden eerst alle muren en plafonds gewit.
‘Vier kinderen, een vader en een moeder en een inwonende opa van mijn vaders kant die tot ieders verbijstering 103 jaar oud werd – waardoor mijn ouders nog steeds met hem opgescheept zaten toen wij al allemaal de deur uit waren. Dat is het gezin waaruit ik kom, en in dat gezin was mijn moeder de spil waarom alles draaide en de olie in de motor. Als wij ’s ochtends naar school gingen, stonden onze broodtrommeltjes gevuld en wel al klaar op de uitgebreid gedekte ontbijttafel. Dat mijn moeder uren eerder dan wij moest opstaan om dit dag in dag uit voor elkaar te boksen, daar stonden we niet bij stil, want we kenden niet anders.
Als we ’s middags uit school kwamen, stond er altijd een grote pot thee op tafel met een tot de nok toe gevulde trommel met zelfgebakken koekjes. Soms kwam mijn moeder er even bij zitten om onze verhalen te horen – later beseften we dat ze waarschijnlijk meteen in de smiezen had als een van ons even wat extra aandacht nodig had. Soms stond ze aan het aanrecht het eten voor te bereiden voor de avond en hoorde zo ons alleen maar aan. We stonden er nooit bij stil hoe waardevol dit was, want we kenden niet anders.
Van het avondeten maakte ze altijd buitengewoon veel werk en als een van ons iets écht niet lustte, maakte ze daar geen drama van, maar kookte ze gewoon iets anders voor diegene. Ze vond het belangrijker dat het gezellig en ontspannen was aan tafel dan dat iedereen alles leerde eten, want dat zou er later ook vanzelf wel van komen – en zo niet, dan was dat ook best. Dat dit best bijzonder was voor die tijd – we schrijven de jaren zestig! –, daar hadden we geen besef van, want we wisten niet beter.
Onze kleren waren altijd schoon, onze bedden werden elke week verschoond, het huis was altijd aan kant en elk voorjaar werden eerst alle muren en plafonds gewit – omdat die na een winter gelig-bruin waren uitgeslagen door de sigaren van mijn opa – en werd er geplant en gezaaid in de moestuin zodat er later in het jaar groenten in overvloed zouden zijn. In de herfst was mamma druk in de weer met weckpotten om een deel van de groentenoogst en de stoofpeertjes in te maken, en als de herfst nog wat verder gevorderd was, werden de bessen tot jam gekookt. Hoeveel werk dit moest zijn, hebben we ons als kind nooit afgevraagd, want de dingen waren nu eenmaal zoals ze waren.
En dan was er nog de decembermaand, met een sinterklaasfeest waar mamma altijd groots voor uitpakte met pannen chocolademelk, zelfgebakken speculaas en prachtige surprises en gedichten; het kerstdiner met de enorme gevulde kalkoen, kastanjepuree, stoofpeertjes en rode gelei pudding toe; en het oudejaarsfeest waarvoor mamma de hele dag in de schuur oliebollen en knieperties had staan bakken – een wafeltje uit de regio. Ook dat vonden we de normaalste zaak van de wereld.
Pas toen we ouder werden, drong langzaam het besef door dat mamma haar hele leven niets anders had gedaan dan zorgen en dat we haar daarover nooit hebben horen klagen. Mamma deed gewoon wat ze dacht dat ze moest doen zonder te beseffen hoe ongelofelijk bijzonder, liefdevol en toegewijd dit was en zonder zich ervan bewust te zijn dat er zonder haar waarschijnlijk maar bitter weinig van ons was geworden.’
Gerda’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder/dochter verhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.