Het stikt tegenwoordig van de narcisten in ons land!
En we hebben ze zelf gemaakt.
Een narcist vindt zichzelf beter en belangrijker dan anderen, is net zo erg van het ikke-ikke als dominant, wil bewonderd en aanbeden worden, hoort zichzelf heel erg graag praten, trekt het niet om kritiek te krijgen en heeft een vaak chronisch gebrek aan inlevingsvermogen en empathie. En mocht je denken dat dit een zeldzame soort is, dan moet ik je uit de droom helpen, want er waren in Nederland nog nooit zoveel narcisten als nu.
Paar voorbeeldjes doen? De artiest die zijn vriendin mishandelt en daar sans gêne een album over vol rapt, is een narcist pur sang. De BN’er die zich zo onaantastbaar voelt dat hij zijn handen niet thuis kan houden. De vrouw die haar zorgen over de oorlog in Oekraïne deelt via een Instagram-selfie in de zon, glas rosé in de hand en lippen getuit? De influencer die er geen genoeg van kan krijgen om haar bikiniselfies te posten. Of types die altijd het hoogste woord hebben. Ook als ze niets te melden hebben en het niemand kan boeien wat ze uitbraken – de talkshowtafels zitten er vol van, dus ga maar na.
Even ter nuancering: met een beetje narcisme als in jezelf een belangrijke plaats op je eigen podium geven, is niets mis. Zonder zelfliefde kom je er immers niet in deze maatschappij. Maar een gezond mens kan met een beetje afstand, zelfspot en/of kritiek naar zichzelf kijken, terwijl een narcist ervan overtuigd is by far de ideale mens op aarde te zijn.
Natuurlijk heeft de komst van sociale media – iedereen zijn eigen platform om voortdurend in de schijnwerpers te kunnen staan – bijgedragen aan het bestaan van al die narcisten.
Maar waar het allemaal mee begint is bij de huidige opvoeding die voor elk prinsje en prinsesje een eigen troontje in petto heeft. Terwijl ouders er vooral in zouden moeten investeren om de hechting in de vroege kindertijd oersterk te maken. Want des te sterker die is, des te minder vatbaar een kind voor het ontwikkelen van narcisme. Daarbij geldt dat baby’s tot zes maanden grenzeloos mogen worden verwend. Daarna is het belangrijk om consequent te worden – niet meer à la minute reageren als het kind zonder reden ‘s nachts ligt te huilen bijvoorbeeld -, grenzen te stellen – nee er wordt nu niet gesnoept en daar gaan we geen enkele discussie over hebben – en de kleine prinsen en prinsessen niet alleen maar de hemel in te prijzen maar ook eens uit te dagen om net dat tandje extra bij te zetten – niet elke tekening alleen maar prachtig en ‘oh wat knap van je’ vinden, maar zeggen dat je hier nog een heel groot stuk leeg papier ziet dat nog ingekleurd moet worden. Wat ook helpt, tot slot, om er geen narcistje van te maken: een pappa en mamma die tijd hebben voor hun kroost en interesse tonen en die hun telefoontjes even wegleggen.
Bron: AD