Het nieuwe druk is eigenlijk best wel rustig
Stiekem begin ik er wel een beetje aan te wennen, aan het thuiszitten, het thuiswerken, het thuis lesgeven. Het heel erg thuis zijn.
Waar ik in het begin van de quarantaine nog continu de drang had om eropuit te gaan (niet gedaan, want mocht natuurlijk niet), rommelen man, kids en ik nu rustig wat aan in huis en tuin. En ondanks dat de dagen drukker zijn dan ooit – want met drie kinderen, een man, een baan en een huishouden verveel je je geen seconde – voel ik toch een soort rust.
We hoeven niet meer vijf dagen in de week om 08.00 uur alle vijf frisgewassen en gevoed klaar te staan met werk- en schooltassen, klaar om naar de crèche, school of werk te gaan. Niet meer haasten om de trein te halen. Niet meer in de file staan van en naar werk. We hoeven niet meer naar zwemles, tekenles, voetbal- en hockeytraining. Niet meer op zondagochtend 08.30 uur langs de lijn staan bij mijn oudste, geen bar- of fluitdienst op de hockeyclub, laat staan dat we zelf nog een balletje mogen slaan. We hoeven niet meer naar de nieuwste film in het filmhuis, of die ene cabaretvoorstelling in de schouwburg. We gaan niet naar de kapper of de schoonheidsspecialist. Je uren uitsloven in de keuken omdat er vrienden komen eten, nee. Niet meer tot in de late uurtjes wijn drinken of dansen met vriendinnen.
Het enige dat telt is thuis. Waar non-stop geluid is, non-stop zooi en non-stop reuring. Waar het drukker is dan ooit met al die ballen die in de lucht gehouden moeten worden. Maar waar het tegelijkertijd nog nooit zo rustig is geweest door alles wat nu even wegvalt en niet meer hoeft. Waar we ons focussen op wat echt belangrijk is, op elkaar.
Ja, ik begin er wel aan te wennen. Stiekem vind ik het zelf best heerlijk, dit nieuwe ‘druk’. Want het is eindelijk rustiger dan ooit.