‘Het is mijn eigen schuld dat ik mijn kleinkinderen niet meer mag zien’

 

Ada past iedere week op haar kleinkinderen en haalt de oudste dan ook uit school. Maar op een dag gaat het helemaal mis…

 

 

‘Het is een druilerige middag en de kleine Boy ligt eindelijk te slapen. Hij is huilerig omdat zijn tandjes doorkomen en hij voelt ook een beetje koortsig aan. Toen ik net bij hem ging kijken zag ik zijn rode wangetjes maar hoorde ik gelukkig zijn rustige ademhaling. Omdat het al tegen drieën loopt moet ik hem eigenlijk wakker maken om hem in de kinderwagen te leggen. Zijn zusje Pleun zit hier om de hoek van mijn huis op de kleuterschool en normaalgesproken haal ik haar op nadat ik een stukje met Boy heb gewandeld. Of we nemen Pleuntje nog even mee om samen de eendjes te gaan voeren.

 

Twee dagen in de week pas ik op de kindjes van mijn dochter en dat is altijd feest. Ik ben dol op de kindjes en kan heerlijk van ze genieten nu ik met pensioen ben. Er is tijd genoeg om een beetje de dag door te keutelen met het knuffelen van de baby, het geven van een flesje en later, als Pleuntje ook thuis is, te knutselen en voor te lezen.

 

Maar opeens heb ik haast want als ik niet opschiet staat Pleuntje al naast haar juffie op het schoolplein en ben ik te laat bij het hek om haar op te wachten. Ik trek snel mijn jas aan en besluit om Boy toch in zijn wiegje te laten liggen. Ik ben als het goed is maar tien minuten weg en zolang hij in de wieg ligt kan er niets met hem gebeuren. Omdat ik al zo laat ben pak ik snel mijn fiets en rijd zo hard als ik kan naar school. Ik hoor in de verte de bel al gaan. Gelukkig ben ik net op tijd want ik zie Pleuntje al aan de hand van haar juf naar buiten komen. Een grote lach verschijnt op haar gezicht en ze strekt haar mollige armpjes naar me uit als ze naar me toe komt rennen.

 

Als ik haar optil bekruipt me opeens een naar gevoel. Boy ligt helemaal in zijn eentje in mijn huis, stel nou dat hij toch wakker is geworden en pijn heeft? Snel zet ik Pleuntje op de bagagedrager en zeg dat ze haar beentjes goed moet strekken. Dan stap ik op en rijd weg. Ik voel de armpjes van mijn kleindochter om mijn middel en denk aan al die keren dat mijn eigen dochter zo bij me achterop zat. Wat is de tijd toch voorbijgevlogen.

 

Maar plotseling moet ik uitwijken voor een scooter die mij geen voorrang geeft en voor ik het in de gaten heb hoor ik achter mij een verschrikkelijk gegil. Het is Pleuntje en haar gehuil gaat door merg en been. Ik zet meteen mijn fiets aan de kant en kijk geschrokken wat er aan de hand is. Dan valt mijn oog op haar voetje dat vol zit met bloed.

 

Blijkbaar is haar voetje tussen de spaken van mijn achterwiel gekomen toen ik voor de scooter uit moest wijken en opeens naar links moest sturen. Het lukt me niet om Pleuntje te troosten en ik loop zo snel als ik kan met haar in mijn armen naar huis. Met trillende handen doe ik de deur open en boven hoor ik al het gejammer van Boy. Koortsachtig denk ik na wat ik moet doen, maar omdat Pleuntje zo hard blijft huilen kijk ik eerst haar voetje na. Zo op het eerste gezicht lijkt het alleen dat de huid van haar wreef beschadigd is, maar omdat ik het niet zeker weet besluit ik toch om de dokter te bellen. Die heeft meteen tijd. Dan ren ik naar boven om Boy uit zijn bedje te halen en in de kinderwagen te leggen om met Pleuntje naar de praktijk te gaan. Gelukkig zit er nog een stoeltje aan de kinderwagen vast zodat Pleuntje dat stukje niet hoeft te lopen.

 

Als de dokter het voetje heeft nagekeken zegt hij dat het meisje met de schrik vrijkomt en dan kijkt hij me streng aan. Of ik wel weet hoe onverantwoord het is om het meisje zo achterop de fiets te zetten, want voor hetzelfde geld was het voetje gebroken met alle gevolgen van dien. Ik kan alleen maar knikken en voel de tranen over m’n wangen lopen als ik in de wachtkamer mijn dochter bel.

 

Later op de avond krijg ik een berichtje van haar. Dat ze voorlopig even niet wil dat ik op de kinderen pas. Dat ze even afstand wil omdat ze het ongeluk met Pleuntje en het feit dat ik Boy zomaar alleen thuisliet moet laten bezinken. Dat ik dat toch zou moeten begrijpen. Dat doe ik heus wel en dat mijn dochter boos is daar kan ik uiteraard helemaal inkomen. Maar dat ik de kindjes voorlopig niet meer mag zien is werkelijk de allergrootste straf die ze me nu kan geven.’

 

‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen. Wil jij ook iets delen met onze lezeressen, mail je verhaal dan naar info@franska.nl.’ 

 

Door: Redactie Franska.nl

Afbeelding van Redactie Franska.nl