Het allermooiste kerstcadeau

 

De zoon van Diny kocht vorig jaar een huis. Er moet het nodige aan verbouwd worden, maar na een paar weken hard werken is het klaar. Tijdens de verhuizing, een week voor kerst, logeren de kleinkinderen bij Diny en haar man, zodat hun zoon en schoondochter de handen vrij hebben…

 

 

‘Op zondagavond zijn de kamertjes van de kleinkinderen af. De gordijnen hangen, de bedjes zijn opgemaakt en hun speelgoed ligt klaar. Mijn schoondochter belt ons en vraagt of we komen kijken. En dan kunnen de kindjes hun eerste nachtje in het nieuwe huis doorbrengen.

 

Voor we weggaan geef ik Emma, de jongste van de twee, nog snel een schone luier. Het valt me op dat ze een beetje hangerig is. Ze moet steeds hoesten en wil duidelijk liever op schoot zitten dan in het autostoeltje. Gelukkig zijn we snel bij het nieuwe huis en ze kruipt als een ziek vogeltje tegen haar moeder aan.

 

 

We kijken onze ogen uit als we door het huis lopen. Wat is het allemaal mooi geworden. Het valt me op dat Emma harder hoest. Haar ademhaling piept en wordt steeds sneller. Ik kijk mijn schoondochter aan en zie dat ze ongerust is. ‘Bel de huisarts maar’, zeg ik. 

 

kind slaapt voor de kerstboom  

 

Ik neem de oudste weer mee naar huis zodat mijn zoon en schoondochter Emma naar de huisartsenpost kunnen brengen.

 

Daar aangekomen blijkt Emma het RS-virus te hebben. Een luchtweginfectie die voor dit kleine meisje heel gevaarlijk is. Ze wordt doorgestuurd naar het ziekenhuis en de kinderarts besluit direct om haar daar te houden. Ze is behoorlijk verzwakt, heeft een longontsteking en wordt in een klein kamertje in quarantaine aan de beademing gelegd.

 

Daar ligt ze dan. Met rode wangetjes van de koorts en snorretje met zuurstof in haar neus. Angstvallig houden we haar in de gaten. Overdag houd ik naast haar de wacht. Ze slaapt veel en als ze af en toe wakker is, spelen we een beetje, lees ik voor en zing ik zachtjes voor haar.

 

Mijn schoondochter probeert in het nieuwe huis zo goed en zo kwaad als het gaat de boel op orde te krijgen. ‘s Nachts ligt ze naast Emma op een opklapbed in dat kleine kamertje in het ziekenhuis. Zij doet natuurlijk geen oog dicht en ze is heel bang dat ze haar kleine meisje zal verliezen. Emma ligt nog steeds aan de beademing en heeft het duidelijk moeilijk.

 

Ik zorg in het nieuwe huis voor het avondeten en breng de oudste naar bed. Aan het einde van de avond val ik doodmoe op een campingbed op een koude zolder in slaap, want de logeerkamer is nog niet klaar.

 

Na een paar dagen zakt de koorts en hoeft Emma niet langer in dat benauwde kleine kamertje te liggen. Ze krijgt een ander bedje op een zaaltje met vier andere zieke kindjes. Al deze kleintjes hebben hetzelfde virus en we kunnen niet anders dan afwachten en hopen dat ze snel een beetje zullen opknappen. Gelukkig slaan de medicijnen aan en mag Emma van de beademing af. De dag voor kerst vindt de kinderarts dat ze voldoende is hersteld en mag ze naar huis.

 

Natuurlijk moeten we nog heel voorzichtig met haar zijn, maar we zijn allemaal dolblij als Emma in haar nieuwe kamertje in haar eigen bedje wordt gelegd. Tevreden valt ze in slaap. Eindelijk thuis.

 

In de woonkamer branden de kaarsen en onder de kerstboom, die mijn man gehaald heeft, liggen kleine cadeautjes. Kerstmis kan beginnen. Emma is weer thuis. Dat is ons allermooiste kerstcadeau.’

 

Dini’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.