Had dat effe gezegd!
Ik ben nogal gek op eten. Tot zover geen verrassingen.
Wat wellicht wel een verrassing is, is dat ik er ook van hou – of de naam heb – met heel mijn ziel en zaligheid te eten. Eet ik een ijsje? Zit er 9 van de 10 keer een beetje ijs op mijn neus. Of op mijn wang. IJsjes smelten namelijk, dus die moet je snel wegsmikkelen.
Inmiddels weet ik dat, dus check ik na het weghakken van zo’n smakelijk ijsje altijd even mijn gezicht met mijn iPhonecamera. Een beetje poets-poets en ik kan er weer tegenaan.
Maar tijdens het ontbijt ben ik daar wat minder op bedacht
Er is één ontbijtje dat ik echt bizar lekker vind: havermout met havermelk, wat walnoten, pompoenpitten, zonnebloempitten, chiazaad, gember, kaneel, kurkuma, zwarte peper, 2 grote medjoul dadels, een theelepeltje bijenpollen, wat choconibs, een lepetje ghee en… daar komt ie: biologische wilde bosbessen.
Die laatste maken al vlekken als je eraan denkt. Na het ontbijt is standaard mijn tong pimpelpaars. Alleen wat ik nog niet wist toen ik het de eerste paar keer at, is dat mijn mondhoeken (met soms een uitloper naar mijn wang) óók pimpelpaars worden.
Op een ochtend, vlak na het ontbijt, wandel ik nietsvermoedend de deur uit
Ik moet even boodschappen doen, een pakketje wegbrengen en naar de drogist. Een flink rondje dus. Ik ben al wat laat, dus vlieg mijn auto in. Eenmaal in de supermarkt merk ik al dat mensen me wat langer aankijken dan normaal gesproken het geval is.
Alleen tja, soms heb je van die dagen dat het lijkt alsof er op je voorhoofd staat: STAAR MIJ AAN ALSTUBLIEFT. Ik vermoed dat vandaag zo’n dag is, dus laat de blikken van me afglijden. Ik heb een strakke planning af te tikken, ik moet door! Geen tijd om me druk te maken over vragende tot geamuseerde blikken.
Ja en daar gaat het dus fout
Had ik me er ergens maar wél iets van aangetrokken. Zodra ik ruim twee uur later thuis door de voordeur stap, werp ik een vluchtige blik in de gangspiegel. Van schrik laat ik mijn boodschappentas uit mijn handen vallen…
Vanuit mijn mondhoek tot zo’n beetje halverwege mijn linkeroor (oké, dit is iets overdreven, maar je ziet het voor je nu) loopt een rood-paarse biologische-wilde-bosbessen-veeg. Een moment weet ik niet of ik moet lachen of huilen.
Hebben al die mensen me zo gezien en heeft níémand iets gezegd?
Uiteindelijk wordt het lachen. Ik schaam me kapot, maar schater het uit. Dit overkomt míj́ weer… vreetzak haha! Wel neem ik een radicaal besluit: als ik ooit iemand zo voor joker zie lopen, spreek ik diegene aan.
Mevrouw, er zit iets op uw wang.