Haar moeder was oppasmoeder

 

‘Soms vroeg ik me weleens af van wie ze meer hield.’

 

 

 

‘Een moederkloek pur sang, die moeder van mij. Zonder twijfel geboren om te moederen. Ze kreeg mij toen ze twintig was. Bij de bevalling waren er zoveel complicaties dat ze zwoer om nooit meer zwanger te zullen worden en daar hield ze zich aan. Toen ik baby-af was, zeg zo na mijn eerste verjaardag, kriebelde het wel weer en zo ontstond het idee om oppasmoeder te worden. Onze hele benedenverdieping werd babyproof gemaakt, er werden ledikantjes en stoeltjes en knuffels en commodes aangeschaft en al snel waren de eerste twee oppaskindjes een feit. Dat werden er drie en later nog meer. Elke dag van de week had ze drie baby’s om op te passen. Welke baby’s dat waren verschilde. Na verloop van tijd kwamen de weekenden erbij voor ouders met wisselende werktijden en voor ouders die toe waren aan een paar dagen zonder kinderen.

 

Ik kan me ons huis niet anders herinneren dan als een soort kinderdagverblijf. Ik kan me ook niet anders herinneren dan dat ik altijd het gevoel had dat ik op de tweede plaats kwam. Mijn herinneringen beginnen bij een jaar of tweeëneenhalf. Mijn moeder zat toen al helemaal ‘volgeboekt’ met oppaskindertjes omdat alle ouders met haar wegliepen, wat ik me achteraf heel goed kan voorstellen. Misschien voelt elke peuter zich wel achtergesteld bij een baby. Als een baby huilt moet er immers meteen actie worden ondernomen, terwijl een peuter al heeft geleerd om ‘heel eventjes te wachten’ als mamma dat zegt. Maar tegen de tijd dat de baby’s de peuterleeftijd hadden bereikt gingen ze meestal weg om plaats te maken voor weer andere baby’s.

 

Naarmate ik ouder werd moest ik steeds vaker ‘eventjes wachten’ en dat eventjes kon voor mijn gevoel halve dagen duren omdat er altijd wel een ander kindje om aandacht vroeg. Mijn moeder was er continue mee bezig, ging er helemaal in op, verloor zichzelf in de zorg voor haar baby’s en had nergens anders meer tijd of oog voor. Toen ik naar de basisschool ging, werd ik meestal door andere moeders thuis afgezet. Die van mij had geen tijd. Vriendinnetjes mee naar huis nemen was er nooit bij, want thuis waren de baby’s. Als ik klaagde zei mijn moeder dat als ze ‘gewoon’ zou werken, ze dan helemaal niet voor mij thuis kon zijn, dus dat ik het nog getroffen had.

 

Op haar achtendertigste overleed ze aan de gevolgen van borstkanker. Ik was toen achttien. Op haar sterfbed heb ik haar nog gevraagd of ze meer van haar baby’s hield dan van mij, maar dat ontkende ze. Ze zei dat ze het als haar werk zag en dat ze haar werk altijd met heel veel plezier en liefde gedaan had. Ik had het wel fijn gevonden als ik iets van erkenning van haar gekregen had, maar dat zat er niet in. Dit is waar ik het mee moet doen. Hopelijk komt er ooit een dag dat mijn moeders baby’s me niet meer dwarszitten.’

 

 

‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen.’

 

Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.

 

Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.