Grote gezinnen

 

Mijn moeder kwam uit een groot (katholiek) gezin, kon leren en mocht na veel aandringen van haar onderwijzer naar de MULO.

 

 

Toen zij daarna verder wilde gaan naar de Kweekschool om zelf onderwijzeres te worden, moest zij dat zelf bekostigen, dus ’s avonds en in het weekend werken. Eind dertiger jaren ging zij lesgeven in Amsterdam-Noord, in de wijk Blauwe Zand, toen een echte achterstandswijk. De gezinnen daar waren vaak heel wat kinderrijker dan een ‘gewoon’ katholiek gezin. Je weet, de pil bestond nog lang niet, maar seks wel.

 

Mijn moeder had de gewoonte op huisbezoek te gaan, zeker als er een broertje of zusje werd geboren in het gezin van een kind dat zij in de klas had. Zo leerde zij onder andere een gezin kennen dat uiteindelijk gezegend werd met zesentwintig (26!) kinderen. Slechts één vader en twee moeders. Tja, ook toen al was kinderen baren vermoeiender voor moeders dan voor vaders.

 

Toen zijn eerste vrouw overleed, na vijftien kinderen – ik neem aan in het kraambed, want daar bracht zij het grootste deel van haar leven door -, trouwde hij met een jongere vrouw die hem nog elf kinderen schonk. ‘Schenken’ is hier waarschijnlijk niet de juiste uitdrukking, zij leverde haar kroost met grote regelmaat af zoals nu pakketjes van bol.com worden bezorgd.

 

Vader had de gewoonte, ondanks geldgebrek, zijn vrouw elke dag dat zij zwanger was, een gebakje te geven. Logisch dat hij na enige zwangerschappen niet altijd het onderscheid kon maken tussen weer zwanger of obees.

 

Mijn moeder vertelde dat zij bij het kraambezoek bij nummer 24 de bekende vraag stelde: ‘Welke naam hebben jullie hem gegeven?’

 

‘Jan.’

 

‘Maar,’ zei mijn moeder, ‘jullie hebben toch al een Jan, uit jouw eerste huwelijk?’

 

Vader schrok zichtbaar en keek zijn vrouw schuldbewust aan. ‘Roep maar’, zei zij.

 

‘Jan,’ riep vader luidkeels de gang in, ‘kom eens!’

 

En ja, daar kwam een slungelige puber de kamer in. ‘Wat is er?’

 

Vanaf dat moment was er een Kleine Jan en een Grote Jan in het gezin.

 

Door: Rob versteeg