Even over Nederlandse mensen die in armoede leven
 

Want we hebben er massaal een mening over. Wel helemaal als deze mensen een hond hebben… Is dat wel eerlijk?

 

Kijk je op TV naar een item uit een land waar armoede heerst, dan zie je ze lopen: honden, katten en kinderen. Ook in films waar de nadruk op armoede ligt, zie je vaak veel honden, katten en kinderen scharrelen. En er is niemand die daarover valt, want het maakt het alleen maar duidelijker. Waar armoede heerst, daar planten mens en dier zich sneller voort dan in beter gesitueerde kringen waar voorbehoedmiddelen, vermoeidheid en hoofdpijn voorhanden zijn. 

 

Toch is dat natuurlijk anders bij een item over armoede in ons eigen land. Daar krijg je geen groepjes straatkinderen in beeld, die hopen dat ze met zwaaien naar de camera iets krijgen. Nee, hier filmen we dan liever bij de mensen thuis. En de kindertjes zitten dan natuurlijk gewoon op school, en de privacyregels verbieden tegenwoordig ook veel. Je kunt dus niet zomaar iemand in beeld brengen waarvan jij denkt dat hij voldoet aan de criteria voor jouw reportage, maar je moet het hebben van mensen die zelf zo stoer zijn om voor de camera toe te geven dat ze niet kunnen rondkomen van wat er binnenkomt. En daar kunnen wij als kijker, onder het genot van wat nootjes, dan een mening over hebben. Zeker als zo iemand geen gescheurde kleding draagt, geen vet haar heeft, en gewoon nog alle tanden in de mond heeft. 

 

En dat doen we dan ook massaal, schijnt het. Helemaal als zo iemand ook nog een hond heeft! 

 

En ik geef het toe: ik doe het zelf ook. Ik zit ook meteen te scannen wat er dan weg kan in zo’n huis, tijdens het interview. Ik zou zo in het hulpteam van John Williams en Annemarie van Gaal kunnen bij een dubbeltje op zijn kant. Wég met de flatscreen-tv, die ik op de achtergrond zie hangen! En een dikke, gouden ketting om een dikke, vette nek, tolereer ik al helemaal niet. 

 

Eigenlijk leiden dat soort details dus ontzettend af van wat men mij eigenlijk wil laten zien. Als ik iemand hoor zeggen dat ze haar kinderen niet te eten kan geven, terwijl er twee dolle honden door het beeld rennen, die op de achtergrond steeds tegen een aquarium met tropische vissen aanspringen, dan vind ik dat ze zich moet schamen. Niet voor de armoede, maar voor de beslissing om wél die dieren eten te geven en niet de kinderen. 

 

Het op die manier in beeld brengen van armoede roept bij mij dus juist totaal iets anders op dan mededogen. En ik vraag me weleens af of journalisten zich dat realiseren. 

 

Toch zijn het juist deze mensen die er in beeld over durven praten, zo lijkt het wel. En wij als kijker zijn ook niet heel erg consequent. Want een vervuild kattenvrouwtje, dat met veel te veel katten in armoede leeft, accepteren we wel. Die vinden we zielig. Terwijl ook voor haar natuurlijk geldt dat ze heel goed zou kunnen eten van het geld dat ze nu uitgeeft aan al die katten. 

 

En stel nou dat je echt helemaal niets anders meer hebt dan de liefde van je hond? Dan mogen we je die toch niet afnemen? 

 

Maar we kunnen het misschien wel beter in beeld gaan brengen, als we er begrip voor willen kweken! Want ik vind de weergave nu vaak schrijnender dan de armoede zelf lijkt te zijn. En dat lijkt me toch niet de bedoeling van zo’n journalist.

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke