‘En? Nog vakantieplannen?’
‘Ik wil niet meer naar bomvolle stranden. Ik wil ook niet meer naar gillende kinderen.’
Mijn ver-weg-vakantieherinneringen beginnen pas rond de tijd dat ik ongeveer het huis uit ging. Voor die tijd vierde ik vakantie thuis. Vakantie als in zwemmen in de Geul die door ons weiland liep. Vakantie als op de tractor mogen rijden tijdens de hooitijd en hoog boven op de aanhangwagen zitten als die volgeladen was met verse balen hooi. Vakantie als in zo veel Hedelfingers vers van de boom eten dat ik met een kersenbuik naar bed moest. Eindeloze zomers waarin het altijd mooi weer was en er op de boerderij altijd van alles loos was. Zomers met in elk dorp een feesttent met voor de oudjes hoempapa op zondagmiddag en voor de jeugd Pussy Cat en The Dizzy Man’s Band op zaterdagavond. En later zomers met bij mijn vriendje achterop de Maxi Puch onderweg van de ene naar de andere disco.
Mijn eerste keer ver weg ging ik op Tienertoer en werd het een eindeloze zomer van trein in trein uit en van stationsplein naar stationsplein, zonder enig idee te hebben waar naartoe, waarom en hoezo. Het avontuur zat ‘m in de trein op zich en in het voor dag en dauw naar Maastricht fietsen voor de eerste intercity naar weet ik veel.
Zoete jeugdvakantieherinneringen waarin ik niets tekortkwam. Voor mij geen zwarte zaterdagen met eindeloos fileleed of de Route de Soleil – waar ik überhaupt nog nooit van gehoord had. Geen abnormaal lange wachtrijen op Schiphol – waar ik überhaupt nog nooit geweest was. Geen bomvolle stranden en verbrande schouders en kwallenbeten. Geen vakantiehuisjes met bedden die het bij lange na niet halen bij je eigen bed, geen uitpuilende hotels en resorts en lauwe zwembaden en handdoeken op de ligbedden of anders geen ligbedden meer over.
Ik heb de schade later dubbel en dwars ingehaald. Maar ik ben nog steeds héél erg tevreden thuis in mijn eigen huis. Slaap nog steeds het liefst in mijn eigen bed en geniet het meest van mijn stad als die zomers stil is en iedereen elders, op bomvolle stranden of in lauwe zwembaden bivakkeert. Op zwarte zaterdagen tuf ik zonder files met hond Jip naar het strand of naar het bos. Als iedereen weer thuiskomt pak ik heus wel weer eens mijn koffertje voor een weekend weg met verder niet al te veel noten op mijn zang – of op het programma.
En soms reis ik terug in de tijd naar die eindeloze zomers met zwemmen in de Geul, rondlummelen op de hooiwagen en meeblèren met Pussy Cat. Als mijn buik pijn doet van alle kersen vertrek ik gauw naar dromenland en als ik klaar ben met dromen word ik weer wakker in mijn eigen bed.