Elkaar beïnvloeden
Ben jij net als ik een kind uit de vorige eeuw? En had jij vroeger ook zo’n last van sigarettenrook? Nee hè? Ik ook niet!
Wij zaten vroeger te spelen in de huiskamer van mijn oma, terwijl onze (groot)ouders er flink op los paften. De sigaretten stonden al klaar in glaasjes als we binnenkwamen. Een vrolijk glaasje mét filter en eentje zonder, en de huiskamer stond in mum van tijd blauw, maar er was niemand die daar last van had. Ik in elk geval niet. Ik had het niet benauwd (gelukkig), vond het niet stinken en mijn ogen gingen nooit tranen. Sterker nog: zodra het mocht ging ik zelf ook roken. Mannen die rookten waren namelijk stoer en vrouwen die rookten waren gezellig. En vrouwen die sjekkies konden draaien waren én stoer én gezellig!
Maar nu? Nu ruik ik al op een kilometer afstand dat iemand een roker in huis heeft. En dat vínd ik dan vies! En als er nu iemand naast me op een terras een sigaretje opsteekt, is mijn eetlust subiet verdwenen. Raar toch?
Is me dan eerst aangepraat dat ik roken lekker vond en later weer dat ik het vies vond? Ik vind dat reuze intrigerend.
Net als barbecuegeuren. Daar kreeg ik vroeger juist lekkere trek van. Dat deed me denken aan gezellig samenzijn, wijn, kletsen, sauzen en mooi weer. En nu? Nu doet het me denken aan zwartgeblakerde, kankerverwekkende randen om iets dat we fokken in stallen, en wat we met tachtigduizend stuks tegelijk weer vernietigen als er een ziekte uitbreekt in zulke stallen. En ik vind dat laatste zó gruwelijk dat ik amper nog vlees eet, terwijl ik het vroeger echt lekker vond.
En dan de openhaard. Als ik die rook moest ik altijd denken aan vakanties. Wij hadden vroeger thuis geen openhaard, dus ik vond dat heel bijzonder. En als ik dan op vakantie ging, huurde ik altijd een huisje met een openhaard, en ik kon me dan al weken verheugen op het porren in de vlammen en die heerlijke geur die daarbij hoorde.
Maar nu? Nu denk ik bij het ruiken van een openhaard of tuinvuur: wat een aso’s! Je weet nu toch dat dit erg ongezond is? En dan heb ik het nog niet eens over paasvuren.
Eigenlijk vind ik dat raar van mezelf. Het toont aan dat ik nogal beïnvloedbaar ben, terwijl ik juist denk dat níet te zijn.
Maar ehhhhh… als dat dus zo makkelijk gaat, waarom gebruiken we die wonderlijke beïnvloedingsmethode van de tegenwoordige influencers dan niet ook om mensen iets af te leren wat ongezond blijkt te zijn?
Waarom zetten we een kind met wapens dan niet neer als iemand met een IQ van nul, of zoiets? Zo wil je als stoere puber toch niet te boek staan? Zou het dan niet kunnen lukken dat we kinderen hiermee bij wapens vandaan houden?
En als influencers kinderen die drugs gebruiken nou eens gaan typeren als enorme losers? Als kansloze wezentjes waar je medelijden mee moet hebben, en die je dus niet moet aanbidden en volgen, maar juist moet helpen?
Waarom is het stoer dat een volwassen BN’er in een interview vertelt drugs te gebruiken?
Dat hij bekent dat het hem niet lukt om de wereld zelf leuker te maken en daarvan dan te genieten, maar dat hij daar een pilletje voor nodig heeft dat gemaakt moet worden in een schimmige wereld van criminaliteit en milieuvervuiling. Iets waar de kinderen van diezelfde drugsgebruiker straks dan weer aan doodgaan!
Waarom vertellen ze dát nou niet in interviews? Dat je de wereld met drugs nóg lelijker en nóg somberder maakt, en daardoor dus nóg meer pillen nodig hebt. En dat er daardoor dus nóg meer kinderen met wapens zullen eindigen, enzovoort, enzovoort.
Maar nu ga ik stoppen hoor, want ik word hier zo ontzettend somber van.
Ik ga dus maar lekker even aan de chocola.
Of ehhh… zou chocola echt voor al die ontbossing zorgen?
Ah, gadver. Zucht.