Effe rust nu
Op de verdieping boven mijn eerste huurwoning woonde een buurman die dol was op klussen.
Hij verbouwde zijn woning van links naar rechts, van boven naar onder, en dan weer terug.
Buurman had geen werk, want hij was een afgekeurde rugpatiënt. Hij kon niet tillen, bukken en lopen, en ik verdacht hem ervan dat hij ook niet kon nadenken. En dan wordt werken inderdaad heel lastig.
Maar als ik dan naar mijn werk was, sjouwde hij zakken met betonmortel naar boven, sloeg muren weg, sleepte nieuwe draagbalken de trap op en ging aan de slag. Daarna wipte hij de tegels van de douchemuren, en tilde het bouwafval met emmers naar beneden. En als ik dan ’s avonds van mijn werk kwam, begon ik eerst maar met stofzuigen van het trapportaal. Anders liep dat bouwafval zo bij mij naar binnen. Buurman had daar namelijk geen tijd voor, zei hij. En trouwens, hij kon dat ook niet, hè, met zo’n stofzuiger sjouwen. Dat mocht niet van “zijn” arts, in verband met zijn rug.
En als ik dan ’s avonds doodmoe in bed kroop, ging hij nog even behangkrabben. Krrrt, krrrt, grrrt, grrrrt, krap, krap. Hij kon toch uitslapen.
Na jaren herrie rukte hij op een dag ’s avonds per ongeluk de toiletstortbak van de muur, en toen gutste bij mij het water langs de muren. En dát was het moment waarop ik dacht:
Nu is het genoeg. Wegwezen hier.
En daarom zocht ik daarna een vriend met een eengezinswoning. Wel zo fijn om geen boven- en onderburen meer te hebben. Dus de eerste de beste man die zich aanbood met een eigen huis buiten de stad die “nam” ik. Hahaha. Nee hoor. Hij had ook nog andere “leukigheden”. Zoals leuke buren. Ook wel bouwers, maar zij werkten zelf gelukkig ook nog buiten de deur. De klustijden waren nu dus iets meer aangepast aan onze slaap-, werk- en relaxtijden. Wel zo prettig.
En toch gingen we op een dag weer eens verder kijken. Helemaal vrijstaand leek ons ook wel wat, qua geluiden. En verdomd; we hadden genoeg gespaard om het ons te kunnen permitteren. We hadden in die andere woningen ook niet zoveel gedaan, omdat we alsmaar aan het werk waren, en hadden dus ook niet zoveel uitgegeven. En nu gingen we er dus voor! Ons paleis! Vrijstaand op het platteland, en dit keer met veel klustaken.
Alleen zijn we bijna 20 jaar later nog steeds niet klaar. We klunzen wat af, en het wordt steeds mooier, maar “Ik Vertrek” is er niks bij, zal ik maar zeggen. Dan behoeft het verder geen uitleg meer, toch?
We hebben echter nooit last gehad van de buren, en zij niet van ons. Zij wonen allemaal iets verderop, en het waren bijna allemaal mensen die in een oude boerderij van hun ouders waren gebleven. Die deden niks aan die huizen en het was dus erg rustig wonen als wij eindelijk zelf even stil waren. Een lieflijk dorpsstraatje voor de deur, en alleen een lintje met wat huizen. Heerlijk!
Maar daar komt nu rap verandering in. Er wordt overal bijgebouwd, en het al bestaande wordt voortdurend verkocht. En als de nieuwe eigenaar dan klaar is met klussen, gaat het opnieuw in de verkoop. Het houdt dus maar niet op hier met het openbreken van de straat, en de klusgeluiden van groot materieel. Weken en maanden achtereen.
Maar bij de mensen aan de overkant hoop ik nu wel dat ze er ook echt blijven wonen. Zij zijn al zo lang bezig, en ook op afstand wordt je gek van de drilboren en de slijpmachines.
En ik kan me niet voorstellen dat ze hier ooit nog weggaan, want ze hebben een soort kasteel gebouwd.
Dus ik ga voor de deur bij hen nu een zebrapad aanvragen! Want ook het dorpsstraatje is inmiddels nogal druk geworden.
En stel nou dat ze straks vanaf de overkant hun kasteel willen bewonderen, en dan worden aangereden en …
Poehhhh. Dan komt er wéér iemand anders.
En die begint dan wéér helemaal opnieuw.
Alsjeblieft, zeg. Ik wil nu wel effe rust, hoor.