Een witte wereld in plaats van een zwarte

 

En ineens ging het niet meer over corona. Ineens ging het alleen nog maar over het weer. Ineens nam het aantal besmettingen niet toe, maar alleen de windkracht.

 

 

 

Stapelden de problemen, faillissementen en schulden zich niet op, maar de sneeuwhopen. Wat een feest!

 

En ook hier was geen kruid tegen gewassen. Maar hier werden we blij van! Zag ik journaals met mensen die in de sneeuw lagen en engeltjes maakten. Zelfs in zwembroek! Met mensen die op plasticzakken van geluidswallen afgleden, of met wasmanden van heuvels.

 

En waar de dag ervoor alles nog hopeloos leek en de economie instortte, de zorg overbelast raakte en de regering niet deugde, leek het alsof de natuur nu even ingreep. 

 

‘Je mag best naar buiten,’ leek moeder natuur ons te duiden, ‘maar blijf wel een beetje in de buurt van je eigen huis! Ga maar lekker samen bewegen, maar doe het met je eigen gezinsleden! Gooi gerust iets naar de politie, maar laat het een sneeuwbal zijn in plaats van een stoeptegel. En dan spuit die agent met sneeuw (in plaats van pepperspray) terug.

 

En help elkaar, lieve mensen! Help iemand die uit de bocht vliegt, door hem zachtjes terug te duwen. Als iemand een “glijer” maakt, en in tegenovergestelde richting komt te staan, kun je alles ook samen weer liefdevol in goede banen leiden door even de handen uit de mouwen te steken! Een klein duwtje en alles glijdt weer op zijn plek, zeg maar.’

 

Dank u wel, moeder natuur! Want dit was precies wat we even nodig hadden.

 

Een witte wereld, in plaats van een zwarte. Sterke sneeuwschuivers, in plaats van de sterke arm. En zout op de weg, in plaats van in de wonden. Even ademhalen en de wind weer door je haren voelen. Gut, wat een heerlijk weekend was dit. Ik was helaas door mijn rug gegaan, en kon dus niet naar buiten, maar ik zag mijn dochter voor het eerst in maanden weer lachen. Écht lachen! Ik zag haar voorbijkomen, met een lach van oor tot oor, door de schoonheid van onze besneeuwde tuin. Ik zag haar lopen, lachen, genieten, en heel even los zijn van zuurstofgebrek en spierkrachtverlies. En al was het maar tien minuten, ik heb er tien hele lange minuten intens van genoten.

 

Ik moest er zelfs van huilen. Dat ik dit na elf maanden ellende ook even mocht zien, maakte dat ik voor komende week sterk genoeg ben voor de uitslagen van de internist die deze week ook weer binnen gaan komen. Wat er van binnen ook bij mijn dochter gesloopt mag zijn door corona, ik heb haar dit weekend zien lachen!

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke