Tineke is ziek en kan niet meer wachten

tineke

 

“Hoop.” Ik blijf hoop houden dat mensen elkaar ooit weer kunnen bereiken vanuit liefde.

 

 

 

We zitten er weer tussenin. Tussen Sinterklaas en Kerst. Vroeger was het een soort ongeschreven regel dat je de kerstboom opzette op kerstavond, en dat zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met het feit dat zo’n boom langzaam leegviel in je woonkamer. Dus om te voorkomen dat je een week voor de kerst al met een kale boom zat, ging men toen over op de boom met kluit, en toen kon de boom al veel eerder opgetuigd worden. Maar het was nog steeds “not done” om dat vóór het Sinterklaasfeest te doen.

 

Maar de tijden veranderen – en de bomen ook, want we hebben nu kunstbomen die geen naalden meer verliezen – en heel veel mensen vieren tegenwoordig geen Sinterklaasfeest meer. Dus als ik nu eind november ’s avonds een rondje door mijn dorpje loop, zie ik de eerste kerstbomen al verschijnen.

 

Toch wacht ik zelf liever nog steeds tot ná Sinterklaas. Uit een vreemdsoortig respect voor de goede man en zijn leuke Pieten, en ook om de (klein)kinderen van mijn vrienden en buren niet in de war te maken, komt de kerstboom pas ná 5 december uit de kast. De ballen en de lampjes hangen er nog in, dus: neerzetten, stekker in het stopcontact en ik ben klaar voor kerst.

 

Maar vroeger was dat altijd zo rond de twintigste, en ik merk nu dat ik vanaf 6 december al niet meer kan wachten. Dus nu is het 14 december en staat hij er al. Vroeg, hè?

 

Waarschijnlijk komt dat omdat ik door het ziek zijn niets meer wil uitstellen tot het te laat is. Ik merk dat ik in een iets sneller tempo leef dan voorheen, om maar niets te hoeven missen. En dus zit ik vandaag al de wereld, mezelf, en het afgelopen jaar te overdenken in het schijnsel van de boom.

 

Ik staar in een kerstbal met een spreuk erop over de zeven deugden, maar ik kan al jaren niet meer lezen wat er precies staat.

 

Het was iets met “Moed” geloof ik. Nou, dat heb ik er afgelopen jaren goed ingehouden, vind ik zelf. En verder “moet” ik helemaal niets meer.

 

Maar daarvoor kwam nog “Matigheid”, dacht ik. En dat staat voor het gegeven dat alles waar “te” voor staat slecht is. Dus bedenk ik met een glimlach dat ik maar niet meer probeer om “te stoppen” met iets of wat meer “te bewegen.” En verder zeg ik de ‘groe-te.’

 

Dan kwam “Wijsheid” als ik me goed herinner. Wijsheid is naar jezelf durven kijken, en ook dát heb ik na de amputatie voor de spiegel regelmatig moeten oefenen. En nu voel ik me onwijs wijs, omdat ik er niet meer van ondersteboven raak.

 

Maar “Rechtschapenheid”, die daarna kwam, vind ik weer een lastige. Wie is rechtschapen, en wat is rechtschapenheid? Ik heb aan beide zijden van de verdeelde wereld vrienden. En wie er goed of fout is: ik weet het echt niet meer.

 

En daardoor struikel ik ook over nummer vijf van de zeven deugden “Geloof”. Ik geloof niet in een God die toestaat dat we kinderen laten sterven door honger en bommen. Of ze laten omkomen door ziektes waar een remedie voor is. Waardoor je ook een beetje je geloof in de mensheid verliest, maar wat ons ook meteen brengt bij de volgende deugd.

 

“Hoop.” Ik blijf hoop houden dat mensen elkaar ooit weer kunnen bereiken vanuit liefde. En “Liefde” was volgens mij nummer zeven.

 

Dus ik houd moed dat we vanuit matigheid weer wijsheid zullen vinden, en daardoor rechtschapen weer geloven in hoop en liefde.

 

En tot die tijd kijk ik, in mijn veilige huisje, dankbaar in het licht van de kerstboom, terwijl in de koelkast iets te eten staat en de kachel zachtjes brandt om me warm te houden. Ik ben dankbaar dat ik misschien genezen kan van een ernstige ziekte, dat ik vrienden heb aan beide kanten van de verdeelde wereld, en dat zij bereid blijven naar elkaar te luisteren, en het in durven zien als ze ergens naast zaten.

 

Alleen zó kunnen we blijven hopen op een betere wereld.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke