Colomba di Pasqua

 

Franska: Zelf heb ik hem nog nooit gebakken, maar gegeten vaak genoeg. Ik kreeg er zelfs een keer een paar mee, van de eigenaar van het hotel waar we sliepen. Voordat ik thuis was, was ie al foetsie, op en verdwenen. En zo hoort het natuurlijk ook met iets lekkers! Colomba betekent trouwens duif, ik heb er in mijn hoofd vredesduif van gemaakt. Smaakt ie nog lekkerder.

 

Deze Colomba di Pasqua (of Colomba Pasquale) is een heerlijk fris paasbrood met citroen en sukade. Het is de paasversie van de Panettone, die veel met kerst wordt gegeten. Met dit recept kun je twee kleine duiven maken (een om weg te geven en een om zelf op te eten) of een groot brood. De kleine vogels maak je in een taartvorm van circa 20 cm doorsnede, de grote in een vorm van 25 cm. Als je geen duiven bakvorm hebt, kun je natuurlijk ook twee ronde broden maken. Op Weekend Barkery vind je verschillende Italiaanse bakvormen van papier. Zoals met alle gistbroden is dit recept niet moeilijk, maar wel tijdrovend. Trek er een middag voor uit!

 

Dit heb je nodig

Voor het deeg

  • 350 g bloem
  • 2 zakjes instantgist
  • 1 tl suiker
  • 125 ml lauwe melk
  • 90 g boter
  • 35 g suiker
  • 4 eidooiers
  • ½ tl zout
  • 75-100 g sukade (of sinaasappelsnippers)
  • geraspte schil van 1 citroen

Voor de suikerstroop

  • 2 el suiker
  • 2 el water

Voor de garnering

  • 2 el suiker
  • 25 g poedersuiker
  • 40 g halve blanke amandelen
  • 4 grote rozijnen

 


 

Zo maak je het

Zeef de bloem in een diepe kom. Maak een kuiltje in het midden. Doe hier de gist, suiker en de lauwe melk in. Roer met wat bloem tot een glad papje. Zet afgedekt 15 minuten weg op een warme plaats (ik gebruik de bovenkant van het espressoapparaat).

 

Smelt ondertussen de roomboter in een pannetje en laat wat afkoelen. Mix de eidooiers met de suiker schuimig.

 

Kneed na 15 minuten het deeg door, voeg de roomboter en eieren toe. Doe alles in de kom van je tafelmixer en meng goed. Dit duurt wel 5 tot 10 minuten. Voeg dan de citroenschil en de sukade toe. Meng goed, dek af met folie en laat 30 minuten rusten op een warme plaats. In die tijd moet het deeg ongeveer verdubbelen in volume.

 

Maak de suikerstroop door de suiker met het water aan de kook te brengen. Blijf roeren tot alle suiker is opgelost. Schenk over in een kommetje en laat afkoelen. Vet twee kleine of een grote springvorm in.

 

Als je deeg goed gerezen is, maak je de vogel(s). Hiervoor verdeel je het deeg in twee grote of vier kleinere rollen. Leg de rollen kruiselings over elkaar. Er ontstaat een ‘vogelachtige’ vorm. Knip met een schaar de staart een klein stukje in. Laat weer 30 minuten afgedekt rijzen.

 

Wanneer je wilt gaan bakken, bestrijk je de vogel(s) met suikerstroop, bestrooi je ze met suiker en poedersuiker. Plak op het lichaam halve amandelen en geef de kop twee ogen van rozijnen. Steun de vogels met enkele repen opgevouwen aluminiumfolie. Bak ongeveer 40 minuten in de oven op 180 graden. Een grote vogel mag wat langer hebben.

 

Buon Appetito!

 

Recept via goddelijkehuisvrouw.nl, beeld via undejeunerdesoleil.com