Franska.nl

6 onverwacht handige dingen die je echt in je koffer moet stoppen

Bikini, zonnebrandcrème en een goed boek. Meer heb je niet nodig op vakantie, roept men weleens. Nou, mooi wel.

 

Ik heb een hele lijst rare zaken die elk jaar mee in de koffer gaan. Benieuwd welke?

1. Zo’n opvouwbare flessentas met vakjes.

Vet handig voor grotere toiletartikelen, zeker als je op een aantal verschillende adressen verblijft. Shampoo, conditioner, borstel, zonnebrandcrème en after-sun blijven allemaal netjes rechtop staan en kunnen in één zwaai van koffer naar badkamerschapje geslingerd worden.

 

 

2. Hydrofiele luier en billendoekjes.

Mijn kinderen zijn jaren geleden al geslaagd voor hun zindelijkheidsdiploma, maar toch gaan er elk jaar een of twee van die katoenen luiers en een pak billendoekjes mee. En elk jaar gebruik ik ze. De luier als noodthee- of handdoek, en de billendoekjes voor de onvermijdelijke pleepapierloze toiletten. Ook toepasbaar als servet, poetsdoek, wc-brilreiniger, vaatdoek en ik heb ze bij gebrek aan elastiekjes zelfs weleens gebruikt om het haar van mijn dochter mee vast te binden.

 

 

3. Plakband.

Je wilt niet weten hoe vaak ik daarmee dingen heb gerepareerd onderweg. Ook handig om bij gebrek aan pleisters een papieren zakdoekje mee om een kindervingertje te tapen, maar vooral om doppen van toiletspullen dicht te plakken. Ik deed dat vroeger altijd keurig voor vertrek, maar als je op doorreis bent, dan werkt zo’n stukje tape na een paar keer plakken niet meer zo goed. Dat werd mij ooit duidelijk toen mijn shampoofles op de laatste etappe van een rondreis door Maleisië was leeggelopen in mijn bagage. Vandaar.

 

 

4. Nog een item uit de voormalige babyuitzet: mentholpoeder.

Nooit gebruikt voor baby’s, maar is een handig grote-mensenitem gebleken op vakantie. Voor schraalheid op plekken waar je beter geen vet kunt smeren maar dat eigenlijk wel zou willen: onder geïrriteerde oksels, in nekken met schurende kragen en, voor de rokdragers onder ons, de binnendij. Ook heel fijn in schoenen die wat champignonnig ruiken.

 

 

5. Een zakmes in sleutelhangerformaat.

En niet omdat ik tijdens de vakantie onverlaten denk neer te moeten steken, maar gewoon omdat ik met dat ding elke vakantie wel een keer de prijs voor held van de dag heb gewonnen. Heeft er iemand een splinter, moet er een salami geslacht, of is er een batterijtje aan vervanging toe? Daar kom ik al aangesneld met mijn roze (!) minizakmes met pincet, mesje en schroevendraaier. De onbetwiste ster in het uitklaparsenaal is het schaartje. Bij haaknagels, loshangende draadjes, onwillige verpakkingen of impromptu knutselprojecten tover ik gewoon dat knippertje uit m’n tas en weg is de crisis. Wel even van je sleutelbos halen en in je ruimbagage stoppen als je gaat vliegen, want bij de douane houden ze – terecht – niet van messen, zelfs niet als ze roze zijn. 

6. Een stevige boodschappentas.

Liefst zo’n joekel van versterkt plastic met geweven hengels die voor €1,99 bij de kassa van de Gamma of de Action hangen. En liefst een lelijke want je moet niet het gevoel krijgen dat je er voorzichtig mee moet zijn. Bij mij gaan er standaard minstens twee opgevouwen mee de koffer in. De ene is de wasmand, en de andere is bedoeld om duikbrillen, snorkels, waterschoentjes, flippers en andere zanderige items met afwijkende vormen mee van en naar het strand te vervoeren. In de loop van de vakantie wordt dat een heel vieze tas vol zand, maar dan ligt het in ieder geval niet op de vloer van je hotelkamer of appartement.