Discrimineren? Ik?
Misschien schuilt er in ons allemaal wel een racist of seksist.
Ik zou altijd ten stelligste ontkennen dat ik het in mij heb om te discrimineren. Altijd – en dat is gemeend! – benadrukken dat ik geen mens zou be- of veroordelen op basis van kleur, afkomst of geaardheid. En voor zover ik kan nagaan heb ik me wat dat betreft ook altijd voorbeeldig gedragen.
Hoofdinspecteur Mohammed El Arrag (56) was ook altijd overtuigd van zijn objectiviteit en professionaliteit. Totdat hij zich voor het eerst realiseerde dat mensen echt monsters kunnen zijn. El Arrag was operationeel chef in Brabant en had dienst als hulpofficier van justitie toen de recherche hem belde met de vraag of hij iemand in verzekering wilde stellen. Die iemand was aangehouden ‘ter zake van incest’, zeiden de rechercheurs. Het betrof een opa met zijn kleinzoon, dus dat men opa wilde vasthouden voor nader onderzoek spreekt voor zich.
‘Hè bah’, was El Arrags eerste reactie. Hij voelde weerzin tegen de zaak, want het was zijn eerste incestzaak als hulpofficier. Daarbij is hij zelf ook vader van twee kleine kinderen, zijn oudste in de leeftijd van het slachtoffertje.
Het waren de ouders van het kind die aangifte hadden gedaan. De details die de rechercheurs hem vertelden en waarvan opa werd verdacht waren ‘walgelijk en smerig’. Toen El Arrag opa ophaalde uit zijn cel om mee te nemen naar een verhoorkamertje, nam hij zichzelf voor om zijn werk ‘gewoon professioneel’ te doen. Maar zijn gevoel en empathie helemaal opzijzetten en als een robot aan het werk gaan, dat lukte niet. ‘Ik ben niet alleen politieman, maar ook een mens, en je mag gerust zien dat dit wat met me doet.’
‘U wordt verdacht van incest met uw kleinkind,’ hield hij opa voor. ‘Klopt hetgeen waarvoor u bent aangehouden?’ En opa antwoordde bevestigend: ‘Ja, er zijn dingen gebeurd. Maar of ik dat dan zelf heb gedaan…?’ Wat opa bedoelde is dat hij werd uitgedaagd door het kind. Dat het initiatief bij het kind lag. Hoewel uiterlijk kalm ging El Arrag van binnen brullen. Een peuter die iemand van bijna zeventig zou verleiden? Dit was voor het eerst dat de hulpofficier dacht: mensen kunnen monsters zijn.
Terwijl hij opa in verzekering stelde, vroeg die aan de hulpofficier: ‘Hoe denkt u nu over mij, meneer?’ Hij dacht even na voordat hij antwoordde: ‘Ik ben geen rechter, maar als ik een oordeel mocht vellen, zou ik u in een wasmachine stoppen, u op 90 graden laten draaien, daarna centrifugeren en u er weer uithalen. Niet om u te straffen, niet om u pijn te doen, maar ik bedoel het metaforisch. Ik hoop dat u wordt geholpen om van die smerige gedachten af te komen.’
Daarna kwam het. Dat El Arrag in zijn hoofd ging discrimineren en in alle witte zeventigers ineens een pedofiel zag. Ineens ging hij ook vragen stellen aan zijn oudste zoontje: ‘Hoe gaat het met opa? Wat doen jullie overdag?’
Op het werk was hij altijd degene geweest die tegen collega’s zei: ‘Je beweert dat de daders Marokkanen zijn, maar weet je dat wel zeker?’ Vaak is het een vooroordeel. En nu was hij zelf ook bevooroordeeld.
Zo werkt dat dus. Je hersens leggen een verband tussen een incident en je eigen situatie en voordat je het weet ben je zomaar van je geloof gevallen en loop jij ook te discrimineren.
Bron: Volkskrant