Die nacht kwam het meisje met de gele kaplaarsjes bij mijn moeder op bezoek
‘Ga je mee, omi? Dan gaan we samen keten!’
‘Toen ik voor het eerst zwanger was, was mijn moeder na mijn vriend de eerste die het hoorde. Niet na een week of een maand, maar meteen dezelfde dag dat ik de zwangerschapstest had gedaan, fietste ik bij haar langs. Het is moeilijk te zeggen wie er meer door het dolle was. Ze zei dat ze dit voor mij misschien nog wel leuker vond dan toen ze hoorde dat ik onderweg was. Toen ik ruim twee maanden zwanger was en de eerste cadeautjes kreeg, vroeg mijn moeder geschrokken of dat al mocht. Was het geen drie maanden wachten voordat er voor de baby geshopt mocht worden? Haar blijdschap van de eerste weken was omgeslagen. Ik voelde hoe ze haar best deed om dat te verbergen, maar leer mij mijn moeder kennen.
Op de drie-maandenecho was een groeiachterstand te zien. De verloskundige hoopte dat ze zich vergiste, maar positief klonk dit verhaal in geen geval. Toen ik mijn moeder belde zei ze dat ze zich al wekenlang afvroeg wat er mis met haar was. Ze werd oma, wat haar echt het leukste ter wereld leek, maar ze kon niet meer blij zijn. Als ze dacht aan mij en aan de baby overviel haar steeds een onbestemd gevoel. Ik hoorde aan haar stem dat ze huilde. Ze huilde zonder geluid.
Vrij snel na de miskraam die zich spontaan had aangediend was ik weer zwanger. Maar die eerste keer dat het niet goed was had er behoorlijk ingehakt bij me en niets en niemand kon me geruststellen. Bij alles wat ik voelde of dacht te voelen was ik in paniek en genieten was er niet meer bij.
Op een ochtend belde ik mijn moeder. Dat deed ik voortdurend als het niet goed voelde, maar nu was ik in blinde paniek, zo zeker wist ik dat het weer mis zou gaan. Toen deed mijn moeder wat ze bijna nooit doet: ze verhief haar stem: ‘Even stil nu en luisteren!’ Ze had haar gezien, zei ze. Mijn dochtertje had haar opgezocht in de nacht nadat de zwangerschapstest weer positief was geweest. ‘Blonde krullen, blauwe ogen. Een wonderschoon meisje. En luister! Ze had gele kaplaarsjes aan, want daar was ze erg aan gehecht.’ Ze hadden naar elkaar gelachen, mijn moeder en haar kleindochter. En mijn moeder had hardop gelachten – ook in haar slaap – toen het meisje had gezegd:
‘Ga je mee, omi? Dan gaan we samen keten!’
De volgende keer dat ik bij mijn moeder kwam stond er een cadeautje op tafel. Ik hoefde het niet eens open te maken want ik wist al wat erin zat. Mijn moeder had gele kaplaarsjes gekocht. Telkens als ik me zorgen maakte moest ik daar maar even naar kijken, zei ze.
Mijn dochter is kerngezond. Haar haar is blond, haar ogen zijn blauw en haar gele kaplaarsjes heeft ze tot op de draad versleten.’
‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen.’
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.