Deze week in BZV:

Huilende boeren, helende boerinnen en als toetje: slappe tiramisu.

 

Rachel: ‘Maar liefst één boer en drie kandidaten hielden het deze week niet droog.’

 

Boerin Steffi is de mafheid zat

Steffi scheurt rond op haar tractor met op elk spatbord een boomlange man. Heel stoer, maar ze voelt zich alles behalve relaxt. Eerst was het lachen, gieren, brullen, zegt ze, maar nu begint het akelig serieus te worden. Harrold is zo nerveus dat hij alleen nog kan communiceren door Nederlandse krakers te zingen. Gelukkig heeft hij wel het idee dat Steffi haar aandacht weer beter verdeelt. Op papier denkt hij zelfs een betere kans te maken, hoewel mij niet duidelijk is waar hij dat op baseert. Waarschijnlijk op het feit dat hij dichterbij woont. Tijdens het laatste avondmaal – Harrold breekt het brood waardoor hij van Steffi de titel ‘huispater’ krijgt – blijft hij communiceren in liedjesteksten. Het is langzamerhand zo gênant dat zelfs Steffi toegeeft dat het wel heel erg maf aan het worden is.

 

Toch heeft ze van geen van beiden irritatie ondervonden, althans dat zegt ze. Ik weet wel beter. De tiramisu van Roel mag dan wel niet stijf genoeg zijn, maar toch harkt hij daar de deal mee binnen. Niet veel later zegt Steffi dat haar nu in ieder geval duidelijk is wie het niet wordt. Het is duidelijk dat ze liever een slappe tiramisu heeft, dan de hele dag slap geouwehoer.

 

Boer Wim zegt ‘getsie’ en ‘respect’

Op het feestje van de avond ervoor zeiden zijn vrienden dat ze ook niet zouden weten wie ze moesten kiezen, en dat is voor Wim genoeg reden om niet van tactiek te veranderen: hij blijft minzaam glimlachen en niks doen. Paula gaat een eindje fietsen, Wim spoelt de modder van zijn tractor en Marit gaat in een klapstoel zitten wachten tot er iets gebeurt. Lang duurt dat niet, want Paula wil even met Wim praten. Het gesprek gaat ongeveer zo:

Paula: ‘Ik wil tegengas.’

Wim: ‘O.’

Paula: ‘Niemand is perfect, maar als je iemand heel leuk vindt, dan zet je je daar overheen.’

Wim: ‘Respect.’

Paula: ‘Het overheersende gevoel is dat het niet genoeg is.’

Wim: ‘Getsie.’

Niemand is echt verrast door Paula’s beslissing om te vertrekken, maar desondanks moest Yvon – waarschijnlijk halsoverkop – in haar gele bloesje naar de Flevopolder crossen om iedereen bij te staan met raad en daad. Terwijl Yvon een hevig blozende en stotterende Wim de mantel uitveegt, moet Marit van de regisseur peinzend door het graan lopen. We horen Wim zeggen dat dit precies was wat hij wilde – dat Paula wegging en dat Marit overbleef – maar hij is vergeten dat duidelijk te maken aan deze of gene. Ondertussen is Marit, helemaal naar van de onzekerheid, manmoedig haar tranen aan het wegvegen aan de picknicktafel terwijl Yvon begrijpend knikt. Wim heeft een flinke berg huiswerk gekregen van Yvon, en Marit moet van d’r gat komen en stoppen met afwachten.

 

Boerin Michelle doet zweverig met stenen

Terwijl Maarten de vaatwasser inruimt, vertelt een enigszins brakke Michelle over haar angst dat het wéér niet gaat lukken. Ze vindt Ruud en Maarten allebei leuk, maar het is al zo vaak fout gegaan in het verleden. Ze moet er een beetje van huilen.

Na samen de champignons te hebben geïnspecteerd, zitten Michelle en Ruud te hannesen met een groot wit plastic ding dat later een opblaaszwembad blijkt te zijn. Zo getweeën onder een groot zeil had toch dezelfde soort mogelijkheden als vroeger in de rups op de kermis, zou je denken, maar helaas: er werd alleen naar ventieltjes gezocht. Als Michelle Ruud op de man af vraagt wat hij van haar vindt, zegt hij ‘Leuk’ waarna hij gauw weer de veiligheid opzoekt: hij vindt het fijn dat ze op hetzelfde niveau kunnen praten omdat ze allebei ondernemer zijn. Jammer jammer jammer, Ruud… Je had haar gewoon kunnen vertellen dat je haar prachtig vindt, en onder dat leeggelopen zwembadje haar hand kunnen vastpakken. Michelle roept een beetje hopeloos dat ze niet iemand wil om te werken, maar om mee thuis te zijn. Maarten ligt ondertussen in de achtertuin te chillen. Niks aan het handje, zou je zeggen, maar Michelle heeft de ‘gekke spanning’ die hij zegt te voelen ook opgemerkt. Dat vraagt om een steen-healing want, zo zegt Michelle, als je fysieke lichaam en je energetische lichaam uit balans zijn, dan word je ziek. Maarten moet op een speciaal matje liggen waar schuursponsjes in zijn verwerkt, en krijgt alle gekleurde kristallen uit Michelles handige bewaardoosje op z’n chakra’s. Ze doet ondertussen ingewikkelde gebaren die nog het meest weg hebben van een ruzie met een wesp. Maarten ondergaat het manmoedig, maar je weet dat de arme schat er geen zak van snapt. ‘Deed ik het goed?’, vraagt hij als Michelles kiezels weer in het doosje zitten, maar daarmee blijkt hij de hele insteek niet gesnapt te hebben. ‘Ik ben beter in masseren’, mompelt hij bij wijze van revanche.

 

Boer Jaap weet nog steeds niet waar het lekt

Petra en Marian drentelen een beetje verloren achter Jaap aan terwijl hij door de kassen beent op zoek naar de lekkage. Als hij dan maar met de hand zijn jonge bouvardia-plantjes gaat water geven  – vier keer heen en weer door elke rij – staan de twee vrouwen een beetje als weduwen aan de kade te kijken. Petra legt de waterslang maar even goed, om het gevoel te hebben dat ze niet helemaal nutteloos is. Later tijdens de lunch wil Petra voor de goede orde toch even weten hoe dat straks moet met Jaaps zus en zwager, die blijkbaar altijd onaangekondigd zijn huis binnenlopen, want ‘hoe moet dat als je in je nakie rondloopt?’ Marian valt bijna van de picknickbank van de schrik, maar heeft er een prima oplossing voor:‘Dan moet je niet in je nakie lopen.’

Petra woont in Amsterdam, dus die is weer van de leg van zoveel preutsheid: ‘Loop jij nooit in je blote reet in huis?’ Daar kan Marian kort over zijn: ‘Nee.’ Na de lunch worden de dames weer aan het werk gezet. Heel handig, want Jaap heeft een personeelstekort, dus hij maakt graag gebruik van die vier extra gratis handjes. Jaap zelf gaat weer met z’n leesbril tussen de multomappen op z’n kantoor zitten. Marian heeft er zo onderhand wel de schijt van, want ‘we zijn hier niet voor niets’. Ze belegt een functioneringsgesprek, want ze is benieuwd hoe Jaap naar het beslismoment kijkt. Jaap zucht en roept gauw dat hij daar heel erg in z’n hoofd mee bezig is, tussen de storingen en het werk door. Marian ziet wel in dat ze het een beetje los moet laten, maar even later staat ze passief-agressief te inspecteren hoe de ‘varkenshaaspuntjes met zelfgemaakte roomsaus à la Jaap’ vorderen. Jaap voelt zich blijkbaar nogal opgejaagd, want als Marian na veel gecirkel achter zijn rug eindelijk zegt dat ze hem weer met rust gaat laten, laat hij zich een hartgrondig ‘dankjewel’ ontvallen.

 

Boer Marnix vindt zichzelf een gevoelsmens

De dikbilclub is op visite bij Marnix, en dat is maar goed ook want hij heeft de steun hard nodig. In de stal vertrouwt hij zijn beste dikbilvriend toe dat het hem zwaar valt, al die vrouwen op het erf. Misschien is het omdat de koeien voortdurend door het gesprek heen loeien, maar Marnix breekt een beetje. Gelukkig zit er nog een slokje bier in de fles. De volgende dag is Bertine nog stiller dan normaal, dus ze moet van Marnix mee de schapen ophalen. ‘Wat ben je stil’, zegt hij. ‘Ja,’ zegt ze, ‘want als jij brak bent, dan krijg ik daar iets van mee.’ Raar concept, maar Marnix schijnt het te begrijpen en schrijft Bertine een momentje voor zichzelf voor. Dan loopt hij met zijn emmer vol schapenvoer de wei uit. De schapen en Bertine volgen. In de schuur krijgt Bertine een knuffel, waarna ze zich terugtrekt in de indrinkhut. Janneke hijst zich ondertussen in haar roze overall om Marnix te gaan helpen bij het schapen scheren. Na de schapenjudo vraagt ze Marnix wat hij eigenlijk te bieden heeft. Hij geeft het goeie antwoord: geborgenheid en warmte voor als ze koude voetjes heeft.Poe hee, zou Tommie zeggen’, zegt Marnix voor de tweede keer dit seizoen. Hij vindt het nog steeds moeilijk en zit volgens eigen zeggen ‘opgescheept’ met twee vrouwen die heel erg op hem lijken, alleen op een totaal ander vlak. ’s Avonds eten ze rijst uit 2017, opgeleukt met sambal.

 

foto’s: KRO-NCRV

 

Door Rachel Lancashire

Rachel Lancashire is redactiemanager en tekstschrijver. Ze woont met een heel lange Engelsman, een zoon, een dochter en de gezusters cavia (en ’s zomers vaak met een heleboel fruitvliegjes) in een iets te klein huis in een middelgrote binnenstad.