Deze ene zin uit dat lange interview kwam bij me binnen
Hoewel er een wereld van wijsheid achter school, klonk het uit haar mond heel makkelijk en heel logisch.
Laatst las ik een interview met Giovanca Ostiana in Volkskrant Magazine. Een aardig interview over haar leven, over hoe het was om in een witte wereld op te groeien die signalen naar haar uitzond dat zij anders zou zijn, over haar rol bij Op1 en over haar moederschap. Maar deze ene uitspraak, bedoeld voor mensen die niet het beste met haar voor hadden, van haar profiteerden of zich beter voelden als het met haar minder goed ging, kwam in het bijzonder bij me binnen:
‘Als mensen je naar beneden trekken, moet je het lef hebben om ze los te laten’, zo stelde ze. Hoewel er een wereld van wijsheid achter school, klonk het uit haar mond heel makkelijk en heel logisch.
Toch schreef ik ‘m op, deze zin. Want voor mij ging hij over vriendschappen en verbroken vriendschappen en vooral over vriendschappen die voor het leven zouden zijn, maar die toch sneuvelden. Zo’n vriendschap liet ik niet al te lang geleden achter me. Ik denk dat ik erop aanstuurde om het zover te laten komen en hoewel ik me nadien vooral opgelucht voelde, wilde ik er liever niet over uitweiden als anderen me ernaar vroegen, waarom zij en ik elkaar niet meer zagen. Wat er gebeurd was? Het punt was dat ik daar niet goed bij kon. Er was een aanleiding geweest – verschil van inzicht, elkaar niet kunnen vinden en tot slot ruzie – maar die aanleiding kon nooit omvattend genoeg zijn om niet op te kunnen lossen en elkaar nooit meer te zien, nooit meer te spreken.
Na die bewuste zin van Giovanca Ostiana wist ik ineens waarom die vriendschap me was gaan benauwen. Hij vatte alles samen en bracht alles terug tot de essentie. Ik had me al langer en vaker ongemakkelijk gevoeld als we elkaar zagen en de meeste keren dat dat gebeurde ging ik daarna eerder lamlendig dan opgewekt weer terug naar huis. Onze gesprekken brachten geen energie meer, ze kostten energie. Mijn woorden mochten niet meer, zoals vroeger altijd wel het geval was geweest, vloeien. Ze werden gewogen en moesten worden verklaard. Dat had gevoeld alsof er steeds op de rem werd getrapt en ik werd tegengehouden. Net zo lang totdat het putje overliep en ik niet meer verder wilde. Dat was het moment dat ik een meningsverschil dat nog best opgelost had kunnen worden, liet escaleren tot formaat er-is-geen-weg-meer-terug.
Ik werd naar beneden getrokken en durfde los te laten. Al is het eerlijker om te zeggen dat ik wilde loslaten, en was het beter geweest om eerder aan de rem te trekken.