De workation
Ons grote huis in Nederland ontving die maand een aantal gasten via Airbnb, wij huurden wat kleinere gîtes.
Dus je gaat werken tussen het eten door, zei een vriendin toen ik haar vertelde dat ik vier weken naar Frankrijk zou gaan voor een zogenaamde workation.
Nu onze dochter, ons jongste kuiken, voor een klein halfjaar naar Centraal-Amerika vertrokken was, kon ik eindelijk eens dat grote voordeel van het freelancen gaan beproeven, namelijk de vrijheid. Zonder gebonden te zijn aan een vast kantoor, een prikklok of een baas die over mijn schouder meekeek, kon ik werken wanneer of waar ik maar wilde. Of dat nou aan mijn Amsterdamse keukentafel, in het koffietentje op de hoek of op een terras in de mediterrane najaarszon was; dat mocht en kon ik allemaal zelf bepalen. Ik leek wel een millennial.
Samen met mijn man – eveneens zzp’er – en hond, nam ik daarom de Route du Soleil. Onderweg kwam het met bakken uit de hemel, tot we arriveerden in de Provence. Daar bleek de lucht blauw. Dat bleef zo, de hele workation lang. Jassen en dikke truien kwamen de koffers niet uit, alsof de troosteloze grijze herfst hier simpelweg niet bestond.
Iedere ochtend kroop ik om 7.00 uur achter de laptop om alvast de eerste 500 woorden te tikken. Daarna rende ik een handjevol kilometers om weer een uur later met koffie en croissant de rest van mijn schrijfopdracht weg te werken.
Ons grote huis in Nederland ontving die maand een aantal gasten via Airbnb, wij huurden wat kleinere gîtes. Daarmee werd deze hele onderneming budgetneutraal. Het was geen vakantie, het was een workation, dus we gingen er niet op uit voor grote activiteiten. Tussen het werken door genoten we van de nabije omgeving, maakten we wandelingen door de heuvels waar we geen sterveling tegenkwamen. Ook heerlijk eigenlijk, geen drang voelen om die hele Lonely Planet af te vinken, om even niet de toerist uit te hangen in het buitenland. De workation als retreat, als een cursus mindfulness.
’s Avonds bleef er bij gebrek aan sociale verplichtingen of Netflix genoeg tijd over om te lezen, zodat ik in een maand vijf dikke romans kon verslinden.
Ook onze Molly had de tijd van haar hondenleven in La douce France. Niet alleen omdat ze, anders dan thuis, bij ons op bed mocht slapen, ook omdat de Fransen haar overal welkom heetten. Zelfs in de chiquere horeca zette de bediening meteen een bakje water voor haar klaar en was het nooit een punt van onderhandeling of ze onder onze tafel mocht liggen terwijl wij van de escargots of choucroute smikkelden.
Naast de dagelijkse wandeling was het andere hoogtepunt een bezoek aan de Carrefour, waar we onze winkelwagen volgooiden met oesters, rauwmelkse kazen, mosterdmayonaise en – bij wijze van uitzondering op onze vegetarische principes – van die goddelijke patés. ‘Restaurantkwaliteit,’ prees mijn lief me iedere avond, als ik dankzij die verrukkelijke lokale ingrediënten weer een Frans gerecht op tafel toverde.
Inderdaad, het was eten tussen het werken door, zoals mijn vriendin al had voorspeld. Genieten tussen het werken door. Gelukkig zijn tussen het werken door.
Mijn schoonvader, die het via WhatsApp allemaal aanschouwde, vroeg ons of we aan onze tweede honeymoon begonnen waren. Ik lachte er een beetje om, maar realiseerde me ook dat hij weleens gelijk zou kunnen hebben. We waren niet meer dan twee keer samen op reis geweest voordat ik van het ene na het andere kind beviel. Het gezin en onze loopbanen hadden de afgelopen 23 jaar ons ritme bepaald. Naar volle tevredenheid overigens. Maar dat waar ik bang voor was geweest, dat met het uitvliegen van de laatste telg de grote saaie leegte aan zou breken, bleek tijdens deze maand volledig ongegrond.
Volgend jaar herfst gaan we weer op workation.