De bruid van Grapperhaus
Oftewel Liesbeth Wytzes, want zo heet je natuurlijk. Maar ‘das Publikum’ kent je nu vooral als ‘de bruid’.
Ik heb zo aan je gedacht gisteren. Jij zat vast (ik ook trouwens) de hele avond voor de tv te kijken naar het debat waar je man werd terechtgesteld. Je zag zijn tranen, je zag hoe hij zich weerde, je zag hoe elke lijsttrekker opereerde en acteerde.
Ik laat even lekker los wat ik persoonlijk van de zaak vind. Ik houd niet van klassenjustitie en wel van gelijke monniken, gelijke kappen, dus dan weet je een beetje waar ik sta. En ik denk dat jullie nu zo over de schouder kijkend naar afgelopen zaterdag ook denken: waarom hebben we dit doorgang laten vinden? Waarom niet een jaartje wachten?
Maar ik kan me ook een andere situatie voorstellen. Jullie samen, begin van de zomer, met een glas in de hand na een lange werkdag. Er was zoveel verdriet geweest, de vrouw van Ferdinand was overleden, zijn moeder vorig jaar. Een huwelijk zou weer cement brengen in een gehavend gezin. Een teken van jullie blijvende liefde. Jij had een offer moeten brengen door niet meer over politiek te schrijven, dan mocht daar tegenover staan dat het serieus was tussen jullie. Bovendien waren jullie zelf de jongsten niet meer en jouw moeder, hoe lang zouden jullie die nog bij jullie hebben? Zo’n gesprek. Daar kan ik me van alles bij voorstellen. Jullie zouden het klein houden, de gastenlijst maken was moeilijk geweest.
Op de dag zelf waren daar de emoties, toch die knuffel. Corona leek even heel ver weg. En nu wankelt jouw stevige, sterke man. Waar je anders aan een pina colada op de Malediven zou nippen (volgens mij niet helemaal jullie stylo, maar je begrijpt mijn punt) zit je nu met een kop thee op de bank te kijken naar of je man wel of niet wordt geofferd aan de leeuwen.
Nogmaals: ik vind best een hoop van de hele situatie (zullen we gewoon bij iedereen die aantekening uit het justitieel document halen?), maar ik gun jou, in het post-coronatijdperk, een heel groot feest met liefde en warmte en knuffels die deze smet een beetje doen vergeten.