De beste matchmakers onthuld
Misschien komt het doordat ik een flapuit ben. Wie zal het zeggen?
Op de een of andere manier heb ik altijd hele gesprekken met mensen die ik niet ken. Als ik een vreemde zie met mooie schoenen, ben ik in staat om keihard naar de andere kant van de straat te brullen: Wat een mooie schoenen!
Meestal ben ik degene die begint met praten
En soms ook niet. Zo stond ik laatst in de rij bij de supermarkt (ja, ik weet het, alweer de supermarkt, daar maak ik wat mee joh!) en de jongeman achter me inspecteerde met gepaste interesse mijn winkelwagen.
Ik maak altijd de grap: laat me je winkelwagen zien en ik zeg wie je bent. Deze uitspraak geldt zeker ook voor mezelf, want de halve groenteafdeling ligt in mijn winkelwagentje. En dan ook nog biologisch. Echt een linksdraaiende gezondheidsmiep (met een kleine voorkeur voor witte Rueda-wijn, dat dan weer wel).
‘Zo, groentesoep voor het hele gezin?’
De jongeman kijkt me lachend aan. Hij vervolgt: ‘Je zorgt in elk geval goed voor ze.’ Ik grinnik. Met het ‘ze’ checkt hij – bewust of onbewust – of ik inderdaad een heel gezin te verzorgen heb. ‘Ja,’ antwoord ik geamuseerd, ‘dat vinden de cavia’s ook!’
De jongeman fronst zijn wenkbrauwen. ‘Cavia’s?’ Nou breng ik te pas en te onpas mijn cavia’s ter sprake, maar nu gebeurt het voor ik er erg in heb. En ik moet zeggen dat het altijd een goede graadmeter is om te kijken wat voor vlees ik in de kuip heb. Als iemand spottend of kleinerend reageert, dan weet ik dat het over het algemeen mijn type mens niet is. Cavia’s zijn matchmakers pur sang!
‘O cavia’s! Wat is hun lievelingseten dan?’
Zegt de man schaterlachend. Hij is heel jongensachtig en lacht zonder enige vorm van gêne. Jij bent leuk, denk ik meteen. Dus ga ik vrolijk in op zijn vraag door te vertellen dat cavia’s voor andijvie echt wel de tent afbreken.
Zo staan we een tijdje te babbelen. Het voelt ongedwongen en gezellig. Hij heeft alleen een maaltijdsalade en een flesje sap in zijn mandje, dus ik wacht nog even tot hij ook afgerekend heeft. Waarom weet ik eigenlijk niet. Ik bedoel… ga ik deze man meevragen voor een kop koffie? Of… een kopje verse groentesoep?
Dan neemt het dagelijks leven het weer van me over
Ik heb nog twee deadlines voor vanmiddag 17 uur en het is nu al half 4. Ik meld dat het tijd is om te gaan. Een moment zie ik een teleurstelling over zijn gezicht glijden. Dan herstelt hij zich, legt nonchalant zijn hand op mijn onderarm en zegt: ‘Leuk je te ontmoeten.’ Ik knik en leg even mijn hand op zijn bovenarm bij wijze van groet.
Eenmaal in de auto vervloek ik mezelf een beetje. Waarom heb ik niet even zijn nummer gevraagd?! Het was stiekem echt wel een leuke man namelijk… Nou ja, neem ik me voor, ik ga vanaf nu gewoon elke week op dit tijdstip boodschappen doen. Maar helaas, het is nu vier weken later en ik heb de ‘groentesoepman’ nooit meer gezien.
Wat vinden jullie? Had ik zijn nummer moeten vragen? Of is dat gewoon raar in de supermarkt…