Dat je daar tijd voor hebt
Heb jij tijd? Tijd om te helpen, iets leuks te doen, of weet jij misschien hoe laat het is?
Er wordt ons vaak gevraagd naar (de) tijd, en vaak kijken we dan achteloos op onze telefoon en roepen we hoe laat het is.
Maar eigenlijk weet je pas echt hoe laat het is, als je geen tijd meer hebt. Als je weet hoe beperkt de jou nog resterende tijd is, lijken de zaken pas écht tot je door te dringen. Alles wat je vooruit hebt geschoven had je dan ineens allang af willen hebben, en alles waar je tijd voor maakte lijkt dan ineens onbelangrijk te zijn. Raar toch? We lijken onbewust alsmaar tijd vrij te maken voor zaken die heel erg onbelangrijk lijken wanneer je plotseling geen tijd meer hebt. Want heb jij iemand op zijn sterfbed weleens horen praten over werk? Over hoe “belangrijk” hij was, en over de resultaten die hij boekte? Over hoe schoon zijn huis, ramen en auto waren, en hoe aangeharkt de tuin? Nee toch? Het gaat dan meestal alleen nog maar over hoe iemand gemist wordt waar te weinig tijd aan is besteed, of over hoe jammer het is dat het zien van die ene voorstelling er niet meer van gekomen is, of het lezen van dat ene boek en het maken van die ene reis.
En daarom heb ik mijn vriendin ooit voorgelezen, terwijl ze gesedeerd lag te wachten op haar dood. Veel te jong, en veel te verdoofd om het boek nog zelf te kunnen openslaan, heb ik het toen maar aan haar voorgelezen. Geen idee of ze me nog kon horen, maar als dat het geval was, hoop ik dat ze haar spijt over het niet lezen ervan nog heeft kunnen wegleggen voor ze stierf.
En ik hoop natuurlijk ook dat ze het mooi vond. Want daar heb ik wel mee geworsteld. Stel nou dat ze het achteraf een vreselijk boek vond, of dat ik het niet mooi genoeg voorlas? Wanneer je zelf leest, gebruik je je eigen intonaties en fantasieën, en als het je dan toch niet boeit dan klap je het dicht en leg je het weg. Maar dat kon zij niet meer. En ze kon dus ook niet meer aangeven: Zeg, doe me een plezier, ik lig hier dood te gaan, dus rot effe op met je boek. Ik hoopte dus maar dat het haar bracht wat ze dacht dat het haar zou brengen toen ze nog spijt had dat ze het niet had opengeslagen. Ingewikkeld hè?
En daarom probeer ik sindsdien wel wat meer te leven alsof ik niet zoveel tijd meer heb. Dat heb ik ook niet, want ik word al wat ouder, dus des te meer reden om er bewust bij stil te staan. Uit nood dus, en uit dankbaarheid. En ik ruil nu dus regelmatig de spons in voor een boek, en ik heb wat opdrachtgevers bedankt voor de klussen die me geen voldoening meer gaven. Naast geldopbrengsten wil ik namelijk vooral plezier halen uit mijn baan. Wil ik trots kunnen zijn op mijn werk, en het dan niet door volslagen vreemden kapot laten maken om (meestal) verkeerde redenen. Iets wat bij online werk steeds vaker gebeurt. Als je werk niet goed is, dan mag dat natuurlijk wel benoemd worden door je baas of klant. Zeker als hij er goed voor betaalt. Maar van ongefundeerde scheldpartijen en beledigingen neem ik tegenwoordig afstand door alvast met pensioen te gaan op die plek. En dat voelt lekker joh! Zo blijft alleen het leuke werk over en heb ik veel meer tijd om te genieten van de (misschien wel korte) tijd die mij nog rest.
Maar nu hoorde ik vorige week dat zo’n notoire internethater plotseling was overleden. En ik wist niet of ik nou opgelucht of geschokt moest zijn.
Ik hoop dus maar dat al dat gejammer en gescheld hem heeft gebracht wat hij zocht, want anders is het wel héél erg zonde van zijn (en onze) tijd geweest.
Rust zacht, nare man.