Dans eens naakt de samba

 

 

Om zich heen ziet Roos voortdurend stellen die uit elkaar gaan. Omdat ze elkaar niet meer kunnen vinden, lijkt de gemene deler. Daarom vraagt zij welgemeend aan haar verkering: ‘Schat, waar denk je aan?’

 

 

‘Etentjes organiseren. Hem dronken voeren. Naakt voor hem de samba dansen. Ik heb alles geprobeerd. Hij zag me niet. En hij hoorde me niet. Maar ik hoorde mezelf wel. Ik hoorde dat ik zo’n vrouw was geworden die de hele tijd vroeg: “Schat, waar denk je aan?” Erg, hè? En nog erger: ik hoopte dat hij geen antwoord zou geven.’

 

Het is lang geleden dat mijn schrijfpartner Erris van Ginkel en ik onze hoofdpersonages uit het toneelstuk ‘Hart tegen Hart’ deze woorden lieten zeggen. Marjo, een vrouw van begin veertig, die in scheiding lag met haar man probeerde te verklaren wat er mis was gegaan. Inmiddels heeft ze dat in meer dan zeventig theaters gedaan en elke keer is het stil in de zaal tijdens deze monoloog. Omdat er even geen grappen in het stuk zitten, dat zeker, maar ook omdat ze soms zeer doen, deze woorden. Want hoe veel mensen heb ik inmiddels niet gesproken die voorzichtig toegaven: ik ben ook een Marjo geworden. Zo’n man of vrouw, hengelend naar aandacht van zijn of haar partner, te krampachtig proberend de relatie te redden.

 

Het is gek als de realiteit de fictie inhaalt. Afgelopen week riep ik thuis hard: ‘Wat is er aan de hand? Zit er iets verkeerds in het drinkwater ofzo?’ In een week tijd hoorde ik van maar liefst vier stellen uit mijn omgeving dat ze uit elkaar gaan. Stuk voor stuk met legitieme redenen, hoor. En ik weet: ieder huisje heeft zijn eigen kruisje. Maar de gemene deler is in veel gevallen dat partners elkaar simpelweg niet meer vinden. De interesse verslapt, daar komt het op neer.

 

Ik zie het voortdurend om me heen, ik laat het uit mijn pen vloeien. Maar intussen denk ik: moet het ons allemaal zo vergaan en is de mens domweg niet gemaakt voor eeuwig durende relaties? En hoe zit het eigenlijk met mijzelf en mijn verkering die al meer dan twintig jaar duurt? Zien we elkaar nog genoeg, zowel letterlijk als figuurlijk?

 

Gerommel in de liefde, voor schrijvers als ik is het een eeuwige, nooit opdrogende bron van inspiratie. Maar lastige persoonlijke vragen zijn in het echt een stuk pijnlijker dan op toneel. Morgen heb ik een restaurantje gereserveerd. Dan laat ik de fictie even voor wat ze is om te vragen: ‘Schat, waar denk je aan?’. Of samen naakt de samba te dansen. Tot diep in de nacht.

 

 

 

Van tafeldame bij ‘De Wereld Draait Door’ tot deelnemer aan ‘Wie is de mol?’ Van columnist in het Parool tot het toneelstuk ‘Ajax mijn club’. Veelzijdiger dan journalist/schrijfster Roos Schlikker bestaat niet.

Fotografie: Brenda van Leeuwen